Logo SRA-Nieuwsbank

Meer duidelijkheid over vermindering verzuimboetes

Als u een belastingaanslag niet of te laat betaalt, kan een verzuimboete worden opgelegd. Er kunnen echter redenen zijn een verzuimboete niet op te leggen of te matigen. De Belastingdienst heeft onlangs enkele documenten gepubliceerd die aangeven op basis van welke argumenten een boete vernietigd of gematigd wordt.

Overheid

Betalingsonmacht

In een van de gepubliceerde documenten wordt ingegaan op de situatie dat een bestuurder bij de ontvanger van de Belastingdienst betalingsonmacht heeft gemeld. Een dergelijke melding is met name van belang vanwege de aansprakelijkstelling van bestuurders van een rechtspersoon, zoals een bv. De melding is echter ook van belang in het kader van het niet opleggen of matigen van een verzuimboete.

Wanneer geen of beperkte verzuimboete?

In het document wordt duidelijk dat bij een melding van betalingsonmacht van belang is of er ook een verzoek is ingediend tot uitstel van betaling. Dit verzoek moet bovendien betrekking hebben op dezelfde belasting en op hetzelfde tijdvak als waarop de boete betrekking heeft. Het verzoek moet ook zijn ingediend vóór de uiterste betaaldatum en de inspecteur moet het verzoek ook vóór die datum hebben goedgekeurd. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan wordt de boete vernietigd.

Overleg boetespecialist

Ook wordt duidelijk dat er bij de Belastingdienst speciale boetespecialisten zijn. Deze moeten worden ingeschakeld als de inspecteur na de betalingstermijn uitstel van betaling heeft verleend. De boetespecialist moet beoordelen of de boete dan alsnog vernietigd kan worden. Ook moet de boetespecialist worden ingeschakeld als een belastingplichtige zich beroept op slechte financiële omstandigheden. De boetespecialist kan dan beoordelen of hiervan sprake is en de boete daarom matigen.

Rechtspraak

Een ander document gaat in op de rechtspraak die er rondom het matigen van verzuimboetes verschenen is. Hieruit blijkt dat er bij strafverminderende omstandigheden vaak een boetevermindering optreedt. Het betreft dan geringe termijnoverschrijdingen van maximaal tien dagen, belastingplichtigen waarbij voor het eerst sprake is van een verzuim, kleine bv’s die vergelijkbaar zijn met eenmanszaken en situaties waarbij sprake is van een slechte financiële positie en beperkte draagkracht.

Mate van strafvermindering?

Is sprake van één van bovengenoemde omstandigheden, dan wordt matiging van de boete overwogen, in sommige gevallen tot halvering ervan. Bij meerdere van genoemde omstandigheden gaat het soms om een beperking van de boete tot € 500. Uit de rechtspraak wordt duidelijk dat de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de overige omstandigheden bepalend zijn voor de uiteindelijke matiging van de boete.

Niet voor de inkomstenbelasting

Aangegeven wordt ook dat er nauwelijks rechtspraak is die betrekking heeft op matiging van boetes van belastingplichtigen die onder de inkomstenbelasting vallen. Omdat deze situaties verschillen van die inzake de vennootschapsbelasting, is genoemde rechtspraak hierop niet zonder meer van toepassing.