Thuis in uw branche

Oplossing 4-weeks loonaangifte en wijzigingsverzoek aanpassing loontijdvak

  • Publicatiedatum: 10-3-2015

U kunt het aangiftetijdvak pas veranderen met ingang van 1 januari van ieder jaar. Als u dat wilt, gebruik dan het formulier 'Wijziging aangiftetijdvak loonheffingen', dat u hieronder kunt downloaden.

Op dat formulier kunt u aangeven welk aangiftetijdvak (maand of 4 weken) u voor 2014 wilt gebruiken. Het wijzigingsformulier moet uiterlijk op 14 december 2013 bij ons binnen zijn. Komt het later binnen, dan kan de wijziging pas op 1 januari 2015 ingaan.

Ander aangiftetijdvak dan het loontijdvak

Het loontijdvak (het tijdvak waarover een werknemer loon geniet) kan afwijken van het aangiftetijdvak. Het is handig als het aangiftetijdvak aansluit bij het loontijdvak van uw werknemers. Als het loontijdvak niet gelijk is aan het aangiftetijdvak, houd dan rekening met het volgende:

  • U moet per aangiftetijdvak aangifte doen voor het bedrag dat u in het aangiftetijdvak hebt uitbetaald als loon. Hanteert u het loon-oversysteem, dan rekent u nabetalingen (over tijdvakken van hetzelfde kalenderjaar) toe aan die tijdvakken.
  • U mag bij de datum aanvang inkomstenperiode geen datum invullen die buiten het aangiftetijdvak ligt. Ligt die datum buiten het aangiftetijdvak, dan moet u de 1e datum van het aangiftetijdvak invullen. Alleen als u uitkeringen uitbetaalt met terugwerkende kracht (zogenoemde aanlooptermijnen), mag de datum aanvang inkomstenperiode eenmalig wel buiten het aangiftetijdvak liggen.
  • U moet per aangiftetijdvak het aantal loondagen (SV-dagen) invullen waarover uw werknemer loon van u krijgt. Het maakt niet uit of u het loon in dit aangiftetijdvak of in een ander aangiftetijdvak uitbetaalt.

Voorbeeld

U hebt een loontijdvak van 4 weken en een aangiftetijdvak van een kalendermaand. Stel dat de 1e vierwekenperiode eindigt op 27 januari. Over januari geeft u het loon en de loonheffingen van de 1e vierwekenperiode aan. Over februari geeft u het loon en de loonheffingen van de 2e vierwekenperiode aan. Bij de aangifte over februari moet u als datum aanvang inkomstenperiode een datum in februari invullen. U vult dus niet 28 januari in, maar 1 februari. In de aangifte over december geeft u meestal het loon en de loonheffingen aan van de 12e en 13e vierwekenperiode. Als datum aanvang inkomstenperiode vult u in deze aangifte 1 december in.

Voor de loondagen (SV-dagen) geldt dat u in elke aangifte het aantal dagen aangeeft waarover de werknemer loon van u krijgt. Het maakt daarbij niet uit of u dat loon in en ander aangiftetijdvak uitbetaalt. In dit voorbeeld betaalt u in het aangiftetijdvak januari het 1e vierwekenloon uit. Als het vierwekenloon betrekking heeft op 20 werkdagen en januari 23 loondagen heeft, geeft u in de aangifte van januari toch 23 dagen aan, terwijl u voor 20 dagen hebt uitbetaald.