Thuis in uw branche

Raad van State adviseert over toezichtskosten

  • Publicatiedatum: 10-6-2014

De Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht. Omdat het toezicht op o.m. accountants in de eerste plaats wordt uitgeoefend in het algemeen belang, betekent dat het toezicht in ieder geval gedeeltelijk uit de algemene middelen moet worden gefinancierd. Ook SRA liet het ministerie eerder weten dat de overheid moet bijdragen aan de financiering van het toezicht.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht. Het wetsvoorstel is op 6 juni 2014 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Raad van State openbaar geworden.

Inhoud wetsvoorstel

Het wetsvoorstel schaft de overheidsbijdrage af voor het toezicht dat door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank (DNB) wordt uitgeoefend. De kosten voor het toezicht zullen in het vervolg volledig door de sector zelf moeten worden gedragen. Daarnaast maakt het wetsvoorstel het mogelijk om de kosten die DNB nu maakt ter voorbereiding op de overdracht van het toezicht op de grootste Nederlandse banken aan de Europese Centrale Bank (ECB) door te berekenen.

Rechtvaardiging

De Afdeling advisering concludeert dat een motivering voor het wetsvoorstel ontbreekt. De verwijzing naar het regeerakkoord biedt geen steekhoudende motivering, het geeft hooguit de aanleiding daarvoor aan.In de toelichting bij het wetsvoorstel wordt gewezen op het 'groepsprofijt' ter rechtvaardiging voor het volledig doorberekenen van de kosten van het toezicht aan de sector. De Afdeling advisering onderkent dat ondernemingen een belang hebben bij adequaat toezicht en dat zij er profijt van hebben als het vertrouwen in de sector door streng toezicht toeneemt.

Het toezicht wordt echter primair in het publiek belang uitgeoefend en niet in het belang van de sector. Het toezicht is immers gericht op bescherming van klanten van financiële ondernemingen tegen een onzorgvuldige behandeling en op bescherming van de maatschappij tegen niet solide financiële ondernemingen en een instabiele financiële sector. Het uitgangspunt dat het toezicht in de eerste plaats wordt uitgeoefend in het algemeen belang, brengt naar het oordeel van de Afdeling advisering mee dat het ook, in ieder geval gedeeltelijk, uit de algemene middelen moet worden gefinancierd.

Koerswijziging

Het huidige bekostigingsstelsel is op 1 januari 2013 in werking getreden. De voornaamste argumenten voor dit stelsel waren het scheppen van duidelijkheid over de verdeling van de kosten van de AFM en DNB tussen de sector en de overheid. De Afdeling advisering is van oordeel dat dit wetsvoorstel voorbij gaat aan de argumenten die aanleiding hebben gegeven voor de Wet bekostiging financieel toezicht en dat dit wetsvoorstel afbreuk doet aan hetgeen met de invoering van die wet werd beoogd, te weten duidelijkheid en stabiliteit.

De Afdeling advisering vraagt in dit verband aandacht voor het belang van goede wetgeving, wat onder meer inhoudt dat deze bestendig en consistent is. Een zo snelle en beperkt gemotiveerde koersverandering zoals in dit wetsvoorstel doet volgens haar geen recht aan dit uitgangspunt. De Afdeling adviseert het volledig afschaffen van de overheidsbijdrage aan de bekostiging van het financieel toezicht te heroverwegen.

Doorberekening kosten voorbereiding toezichttaken ECB

Het wetsvoorstel biedt een basis voor DNB om de kosten die samenhangen met de overdracht van het toezicht op de grootste Nederlandse banken aan de ECB door te berekenen aan die banken. Nu de overdracht van het toezicht aan de ECB is voorzien per 4 november 2014 gaat het om kosten die nu al door DNB worden gemaakt.

Daarmee is sprake van het met terugwerkende kracht invoeren van een belastende maatregel. De Afdeling advisering wijst er op dat aan belastende maatregelen geen terugwerkende kracht mag worden gegeven tenzij bijzondere omstandigheden een afwijking van deze hoofdregel rechtvaardigen. Zij is van oordeel dat daarvan in dit geval geen sprake is en adviseert de doorberekening van deze kosten te schrappen.

Meer informatie