Thuis in uw branche

Unieke kans voor Commissie Toekomst Accountancysector?!

  • Publicatiedatum: 2-5-2019
CTA

Er ligt een enorme verantwoordelijkheid op de schouders van de leden van de Commissie Toekomst Accountancysector. Zij hebben immers nu een unieke kans om -gevoed door belanghebbenden- het probleem van het wettelijke controledomein binnen de accountancysector goed en objectief te duiden.

En zij kunnen het ontstane vertrouwensverlies met een gefundeerd en evenwichtig palet aan maatregelen ombuigen en herstellen.

Dat doet de Commissie volgens haar Plan van aanpak met het nemen van de publieke taak als uitgangspunt en door het beantwoorden van de volgende vraag: Hoe kan beter worden geborgd dat de accountant op een adequate wijze doet (volgens de standaarden van de beroepsgroep), wat op grond van de publieke taak van hem wordt verlangd? Dit is de zogenoemde prestatiekloof.

De vraag of de accountant meer zou moeten doen dan thans op grond van de publieke taak wordt vereist (de zogenoemde verwachtingskloof), en de vraag of de (publieke) taak van de accountant zou moeten worden uitgebreid, vormen niet de kern van het onderzoek van de Commissie.1

Op zoek naar de trigger

Doet de accountant op adequate wijze wat van hem wordt verlangd? Onze observatie is dat het vertrouwensverlies niet ontstaan is vanwege de kwaliteit van de controle, maar vanwege de kwaliteit van de toezichthoudende functie van de accountant.2 Vanzelfsprekend bestaat een verband met de controlefunctie van de accountant, maar dan heel specifiek. Dat is ook het terrein waar de AFM op inzoomt met haar bevindingen, de toezichthouder triggert op de controletechniek in de dossiers. De AFM heeft echter nooit uitspraak gedaan of een (goedkeurende) verklaring terecht of onterecht is afgegeven.

Waar was de accountant?

Dus doet de accountant wat van hem wordt verlangd? Wat zorgt nu echt voor vertrouwensverlies? De maatschappij heeft het vertrouwen verloren omdat incidenten in het wettelijke controledomein hun oorsprong vinden in de toezichthoudende functie van de accountant in het kader van fraude, corruptie en (dis)continuïteit. Die trigger voor vertrouwensverlies komt naar voren in de Kamervragen en krantenkoppen bij geconstateerde fraude en corruptie of bij (plotseling) faillissement van een onderneming: Waar was de accountant (vanuit zijn toezichthoudende functie)?

Daarom stelden we de CTA de volgende vragen:

  1. De Wet toezicht accountantsorganisaties (en daarmee de AFM als externe toezichthouder) is in 2006 ingesteld om het vertrouwensverlies in de accountancysector te herstellen, om: 'gestalte te geven aan een gerechtvaardigd herstel van het vertrouwen in de accountant en de door hem ten behoeve van het publiek gegeven verklaringen’.3
    Ook de accountancysector zelf is vanaf 2014 aan de slag. Toch is na respectievelijk dertien en vijf jaar het vertrouwen in de sector niet hersteld. Waarom is de sector in de publieke opinie al zo lang aan het aanmodderen? Onze observatie is dat de trigger en aanpak van de toezichthouder zich richten op de controle(techniek) en dat de maatschappij en stakeholders bij de sector zich juist laten triggeren door incidenten gerelateerd aan fraude, corruptie en (dis)continuïteit.
  2. Is de Commissie ervan overtuigd dat de kern van dat vertrouwensherstel zit in betere borging van de prestatie die de accountant levert? Is het vertrouwensherstel te koppelen aan de (hogere) kwaliteit van de wettelijke controle? Of is het vertrouwensherstel juist te koppelen aan de verwachtingskloof, namelijk op de thema’s rond toezicht van de accountant (fraude, corruptie en (dis)continuïteit), waar alle maatschappelijke discussies over de accountant om lijken te draaien? Bestaat er een mismatch in het toezichtmodel?
  3. Als het draait om de kwaliteit van de wettelijke controle: hebben fouten in de controle invloed op het oordeel dat de accountant zich vormt over de hele onderneming?
    De insteek van de controle is gericht op de vraag of de gepresenteerde cijfers door de onderneming een getrouw beeld geven van de stand van zaken bij de onderneming. De accountant is - volgens zijn standaarden en de bepalingen in de Wta - niet actief op zoek naar fraude en corruptie.4

Breder perspectief

Een eerste inventarisatie van reacties op de internetconsultatie van de CTA maakt duidelijk dat ook andere belanghebbenden kanttekeningen plaatsen bij de onderzoeksvraag en een breder perspectief van de Commissie op prijs stellen (en verwachten):

‘We stellen tegelijkertijd vast dat de aard en reikwijdte van de wettelijke controle inmiddels achterloopt bij de maatschappelijke verwachtingen. Zonder duidelijkheid over deze zogeheten verwachtingskloof denken wij dat de accountancysector zal blijven teleurstellen’.

‘Wij menen dat deze verwachtingskloof het vertrouwen in de accountant schaadt en daarmee mede een grondslag vormt voor de discussie over kwaliteit. Accountantsorganisaties zijn hier deels zelf debet aan, want de sector is er slechts gedeeltelijk in geslaagd om duidelijk te maken wat wel en wat niet van een accountant mag worden verwacht’.

‘Binnen de sector leeft de belangrijke vraag hoe maatschappelijke verwachtingen, de behoeften van gebruikers van controleverklaringen en het toetsingskader van de accountant optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd’.

‘De zogenaamde verwachtingskloof moet besproken worden: wat doen we nu niet en zouden wij wel kunnen? Wat zou dat kosten? Hoe kunnen wij hierover beter communiceren? Recente voorbeelden van onderwerpen waar dit naar onze mening nog onvoldoende duidelijk en helder is, zijn fraude, continuïteit, cybersecurity en naleving van wet- en regelgeving’.

Unieke kans pakken

Om te voorkomen dat we een unieke kans voor het publieke belang laten liggen, of anders geformuleerd, in de hoop dat deze unieke gelegenheid voor het wettelijke controledomein binnen de sector alle kans van slagen krijgt, hebben we de vrijheid genomen om de vraag die de CTA zichzelf stelt anders te formuleren:

Hoe kan de poortwachtersrol (toezichthoudende en controlerende functie ) van de accountant het beste (volgens de vijf fundamentele beginselen ) worden ingevuld, met inachtneming van ‘type opdracht’, ‘type organisatie’ (aard en omvang gecontroleerde), ‘type accountantsorganisatie’ (aard en omvang accountantskantoor) én met inachtneming van de reële verwachtingen van het maatschappelijk verkeer – met name die rond fraude, corruptie en (dis)continuïteit.  

SRA wenst de Commissie Toekomst Accountancysector heel veel wijsheid toe.

Voetnoten
1 Plan van aanpak onderzoek Commissie Toekomst Accountancysector, paragraaf 3 Methodologie en informatiebronnen, pagina 3 (1 februari 2019)
2 Lees meer over de controlerende en de afnemende toezichthoudende functie van de accountant bij steeds groter wordende ondernemingen in de position paper van SRA, pagina 13  
3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 658, nr. 3, Memorie van Toelichting, pagina 1.
4 Zie bijvoorbeeld artikel 26 Wta, https://wetten.overheid.nl/BWBR0019468/2019-02-01#Hoofdstuk3