Thuis in uw branche

Van premiekorting naar loonkostenvoordeel: wat moet u doen?

  • Publicatiedatum: 18-1-2018

Met ingang van 2018 zijn de premiekortingen oudere werknemer en de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer vervangen door de loonkostenvoordelen. Had u in 2017 recht op 1 of beide premiekortingen? Dan hebt u vanaf 2018 recht op 1 of meer loonkostenvoordelen als u aan de voorwaarden voldoet.

Om in aanmerking te komen voor 1 of meer loonkostenvoordelen moet u uw laatste aangifte over 2017 goed invullen. Dat doet u zo:

  • Geef in uw aangifte over het laatste aangiftetijdvak van 2017 aan dat u voor een werknemer de premiekorting oudere werknemer of arbeidsgehandicapte werknemer toepast.
  • Vul in de aangifte het bedrag aan premiekorting in waar u recht op hebt.
Kunt u dat nog niet doen omdat de werknemer bijvoorbeeld net in dienst is en u nog geen doelgroepverklaring voor de premiekorting oudere werknemer hebt? Corrigeer de aangifte dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk op 1 mei 2018.

Meer weten?

In de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 (uitgave 3, 22 december 2017) gaat de Belastingdienst bij punt 1.4 in op de overgangsregeling voor lopende premiekortingen:

Voor de premiekorting oudere werknemer en de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer komt een overgangsregeling.

Dat werkt zo: Maakt u gebruik van de premiekorting oudere of arbeidsgehandicapte werknemer? Dan hebt u vanaf 1 januari 2018 recht op 1 van de 4 nieuwe loonkostenvoordelen, voor de resterende periode dat u nog recht zou hebben op de premiekorting. De resterende periode is de maximale duur van de premiekorting (dus 1 of 3 jaar) min de tijd tussen het begin van de inkomstenverhouding en 1 januari 2018. Het maakt niet uit of u in die tijd de premiekorting een tijd niet hebt toegepast.

Voorbeeld

Voor een werknemer die op 1 juli 2015 bij u in dienst is gekomen, past u sinds 1 augustus 2015 de premiekorting oudere werknemer toe. In mei en juni 2017 heeft deze werknemer onbetaald verlof.

U hebt maximaal 3 jaar recht op de premiekorting. De tijd tussen het begin van de inkomstenverhouding en 1 januari 2018 is 2 jaar en 6 maanden. Het onbetaalde verlof heeft daarop geen invloed. Met ingang van 1 januari 2018 hebt u dus nog 6 maanden recht op een loonkostenvoordeel, tot 1 juli 2018.

3 Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor de nieuwe loonkostenvoordelen, moet u wel aan deze 3 voorwaarden voldoen:

  1. U geeft in uw aangifte over het laatste aangiftetijdvak van 2017 aan dat u voor een werknemer de premiekorting oudere werknemer of arbeidsgehandicapte werknemer toepast. Vergeet u dat of kunt u dat nog niet doen omdat de werknemer bijvoorbeeld net in dienst is en u nog geen doelgroepverklaring voor de premiekorting oudere werknemer hebt? Dan moet u dat uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
  2. U vult in deze aangifte ook het bedrag aan premiekorting in waar u recht op hebt. Vergeet u dat of kunt u dat nog niet doen, dan moet u dat uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
  3. U geeft in uw aangiften over 2018 aan dat u 1 of meer loonkostenvoordelen voor deze werknemer wilt aanvragen.

U vraagt voor de werknemer de loonkostenvoordelen aan die overeenkomen met de premiekortingen waarop u voor hem recht had in het laatste aangiftetijdvak van 2017. UWV beoordeelt op basis van onder andere de polisadministratie voor welke werknemers u recht hebt op een loonkostenvoordeel.

Voor werknemers die vallen onder de overgangsregeling, hebt u voor het aanvragen van het loonkostenvoordeel geen doelgroepverklaring nodig. Voor het toepassen van de premiekorting oudere werknemer in 2017 hebt u wel gewoon een doelgroepverklaring nodig.

Let op!

De premiekorting jongere werknemer vervalt met ingang van 1 januari 2018.