Thuis in uw branche

Zorgen om controleplichtige mkb

Begrijpen stakeholders dit deel van de Wta-markt voldoende?

Vanaf de zomer 2020 informeerde SRA stakeholders (ministerie van Financiën, AFM, NBA, kwartiermakers, Tweede Kamer) over haar groeiende zorgen: over de gevolgen van de kabinetsmaatregelen voor niet-oob-accountantsorganisaties en hun klanten, rond 20.000 controleplichtige ondernemingen. Die zorgen zijn niet weg. 

Onze voornaamste zorg zijn de maatregelen en de gevolgen ervan, die niet het bevorderen van kwaliteit als uitgangspunt of doel hebben, of eerder gericht (b)lijken op oneigenlijk ingrijpen in de markt. Ook zijn maatregelen niet (voldoende) gericht op de basisvoorwaarden voor vertrouwensherstel en voor een goed functionerende keten. Daarnaast signaleren de MCA, Cta en ook de AFM allerlei kwaliteits- en structuurgebreken en negatieve prikkels bij oob-accountantsorganisaties (systeemorganisaties), die nu juist niet worden aangepakt.

Consequenties

Het doorvoeren van het voorgestelde maatregelenpakket kan/zal onder meer tot gevolg hebben

  • dat het toezicht op niet-oob-accountantsorganisaties nog steeds niet wordt uitgevoerd volgens de bedoeling en context van de Wta, namelijk met primaire focus op de toetsing van het kwaliteitsbeheersingssysteem (Wta, artikel 18 en artikel 48a, lid 1), op basis van een selectie van dossiers (Wta, artikel 48a, lid 3), passend en evenredig ten opzichte van de schaal en complexiteit van de activiteit van de accountantsorganisatie én rekening houdend met de internationale controlestandaarden, bedoeld in artikel 26 van de richtlijn, op een wijze die evenredig is met de omvang en complexiteit van de activiteiten van de controlecliënt. (Wta, artikel 48a, lid 4). 
    De uitspraak van het CBb en rechtbank Rotterdam bevestigen deze stelling.1
  • dat de rol en functie van de accountant in het mkb met de beperkte scope van de toezichthouder niet worden onderkend waardoor het totale mkb de bredere, integrale blik onthouden wordt.
  • dat er fors wordt ingegrepen in de niet-oob-markt. Alleen al de kosten van toezicht voor zowel accountantsorganisaties als mkb-ondernemingen zullen enorm toenemen, en dan spreken we dus nog niet over de regeldruk van het totale pakket! Het kostenkader AFM laat een stijging van 40+% zien, dat de sector conform de afspraken zelf betaalt; 
    De verwachting is dat op basis van alleen de toezichtkosten meer dan de helft van de (in totaal 268) accountantskantoren met een Wta-vergunning gaat verdwijnen.
  • dat naast de financiële lasten ook de regeldruk (verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie) voor het niet-oob-segment en andere partijen in de financiële keten drastisch zal stijgen. De jaarlijkse structurele, incidentele en nalevingskosten voor 260 niet-oob-accountantsorganisaties variëren volgens een eerste voorzichtige berekening tussen (afhankelijk van het gehanteerde uurtarief van de externe accountant) € 51.035.000 en € 65.300.000. Hierbij zijn de kosten van de NBA en en de toezichthouder niet meegerekend. Doorvertaald, stijgen de ingeschatte kosten per wettelijke controle uitgevoerd in het niet-oob-segment daarmee structureel tussen respectievelijk € 6380 en € 8165.
  • dat de toegankelijkheid tot de markt voor controleplichtige mkb-ondernemingen drastisch zal  dalen.
  • dat ook de kosten voor controleplichtige ondernemingen navenant zullen toenemen. Inmiddels wijst onderzoek uit dat de jarenlange toename van de accountantskosten met name het gevolg is van striktere eisen en regelgeving vanuit de overheid en waarschijnlijk in mindere mate door de tariefsverhogingen van de accountantskantoren.2
  • dat de mogelijkheid om praktische ervaring op te doen (het draaien van vlieguren) voor de aankomende accountants in opleiding (Young Profs) drastisch wordt beperkt als er nog maar 130 accountantsorganisaties overblijven als kweekschool;
  • dat de toezichthouder het toezicht op niet-oob-accountantsorganisaties vanuit juridisch perspectief ‘dichtgetimmerd’ inricht -ook dit maatregelenpakket geeft die signalen af -, zodat het toezicht per saldo juist kwaliteit verlagend zal gaan werken. Het professioneel kritisch oordeel en lerend vermogen in de sector zullen naar onze mening alleen maar afnemen;3
  • dat de angst- en afvinkcultuur (via een zogenaamd ‘AFM-proof-dossier’), en de werkdruk in de sector steeds meer vergroot en verscherpt worden waardoor de bedoelde kwaliteitsimpuls achterwege blijft;
  • dat de aantrekkelijkheid van het beroep en het vak van controlerend accountant afneemt, waardoor de instroom in het beroep (externe accountants) afneemt en de huidige tendens van uitstroom uit het beroep alleen maar meer toeneemt;
  • dat de hele sector wordt uitgehold.

1 Zie onder meer Boetes PwC en EY definitief van de baan
2 Zie bijvoorbeeld Resultaten uitvraag naar de accountantskosten 2020 onder VTW-leden
3 Met de wettelijke controle geeft de externe accountant ‘een redelijke mate van zekerheid’ (zie De accountant verklaart!). Deze ‘redelijke mate van zekerheid’ staat in tegenstelling tot de 100% zekerheid (afhechten van alle risico’s) die de AFM voorstaat; juist ook in relatie tot ‘kwaliteit’, waarvoor tot op heden bovendien geen eenduidige definitie bestaat.