Thuis in uw branche
Ruud van den Dool

dr. Ruud van den Dool

dr. Ruud van den Dool is zelfstandig gevestigd belastingadviseur en verbonden aan het bureau Vaktechniek Fiscaal van SRA.

Pensioen in eigen beheer: wandelroute nog steeds niet duidelijk

  • Auteur: Ruud van den Dool
  • Publicatiedatum: 22-12-2015

Al geruime tijd wacht de praktijk op beslissingen over het pensioen in eigen beheer. Bij de discussie over pensioen in eigen beheer is het einddoel daarentegen nog niet bekend. Marsleider Staatssecretaris Wiebes heeft zelf nog geen helder beeld van zijn marsdoel, zo blijkt uit zijn brief van afgelopen donderdag 17 december.

Al geruime tijd wacht de praktijk op beslissingen over het pensioen in eigen beheer. In de fiscale literatuur wordt inmiddels gesproken over de processie van Echternach, drie stappen naar voren en twee terug.

Volgens mij lag het tempo daarvan echter beduidend hoger dan bij de besluitvorming over pensioen in eigen beheer. Dat is ook verklaarbaar, bij de processie van Echternach is het einde van de wandeling bekend: de Sint-Willibrordusbasiliek van de abdij van Echternach. Bij de discussie over pensioen in eigen beheer is het einddoel daarentegen nog niet bekend. Marsleider Staatssecretaris Wiebes heeft zelf nog geen helder beeld van zijn marsdoel, zo blijkt uit zijn brief van afgelopen donderdag.

Gevaarlijke diersoorten  

Hij constateert dat wij op een kruispunt staan en dat het dan verstandig is om 'even alle wegen te checken en om je heen te kijken voor het oversteken'. Hij lijkt vervolgens voorstander van afschaffing van pensioen in eigen beheer, maar zegt tegen zijn wandelkompanen vervolgens wel dat hij zijn ogen niet kan sluiten voor de tegenstanders van afschaffing. Hij meldt dat dat de door hen gegeven signalen moeilijk te negeren zijn, met andere woorden: ''Als u mij volgt komen wij leeuwen, tijgers en andere gevaarlijke diersoorten tegen''. Dit is nu niet bepaald het zelfvertrouwen dat men van een marsleider zou mogen verwachten en vertrouwenwekkend om hem op de gesuggereerde weg te volgen is het evenmin. Wat mij betreft mag Wiebes zijn keuze nadrukkelijker bepleiten.

De parlementaire fiscale wandeltocht is in 2012 begonnen met een toezegging van de toenmalige staatssecretaris Weekers om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de gevolgen van de verschillen tussen de fiscale en de commerciële waardering van pensioenverplichtingen te mitigeren. Velen juichten dat initiatief toe omdat de lage rentestand tot onvoorzien hoge lasten leidde en dit in combinatie met de minimale fiscale rekenrente van 4% voor de pensioenvoorziening bij de Belastingdienst in toenemende mate de aandacht trok. De ontstane onderdekking zou afhankelijk van de oorzaak daarvan namelijk wel eens een hoogbelaste fictieve afkoop van de pensioenrechten kunnen betekenen.

Niets mis mee

Deze redenen en het feit dat hopelijk op korte termijn een oplossing zou worden geboden, hebben veel adviseurs ertoe gebracht de dga te adviseren voorlopig geen pensioen meer op te bouwen. Zodra duidelijk zou worden welke oplossing zou worden geboden, zou dan kunnen worden besloten of en zo ja op welke wijze de pensioenopbouw voortgezet zou worden. Op zich niets mis mee. Echter, de consequentie van die afwachtende houding in combinatie met het tergend langzame parlementaire proces is dat nu al enkele jaren inderdaad nauwelijks meer nieuwe pensioenaanspraken worden opgebouwd.

En nu wordt dit door de staatssecretaris aangegrepen om te suggereren dat geen behoefte meer zou bestaan aan een pensioenregeling in eigen beheer. Dit is uiteraard niet terecht. Evenmin terecht is het administratieve argument dat de aanzienlijke administratieve lasten een niet te negeren argument zijn. Er moet, aldus de staatssecretaris, elk jaar een deskundige en hulp van andere deskundigen worden ingeschakeld en deze kosten beperken het voordeel van pensioen in eigen beheer. Afschaffing levert volgens de cijfers van de staatssecretaris echter per jaar een besparing op van circa € 12 tot € 30 per dga op. Dat is nu niet bepaald een kostenniveau dat tot afschaffing noopt.

Uitgehold

Daar staat weer tegenover dat het vroegere voordeel van pensioen in eigen beheer bestaande uit hoge dotaties tegen een hoog vennootschapsbelastingtarief en laag belaste uitkeringen die door emigratie nog verder konden worden verlaagd, niet meer bestaat. Aftopping van de pensioengrondslag tot thans € 100.000, een lager vennootschapsbelastingtarief, lagere tariefverschillen tussen opbouwperiode en uitkeringsperiode en de toegenomen overheveling van de verdragsrechtelijke heffingsbevoegdheid over buitenlandse pensioenuitkeringen van woonstaat naar bronstaat hebben het voordeel van pensioen in eigen beheer fors uitgehold.

Daarnaast levert een pensioenaanspraak bij overlijden en echtscheiding ook nog een potentieel fors liquiditeitsbeslag op. Inderdaad betekent een en ander dat men zich de vraag moet stellen of men voor dit beperkte voordeel nog ingewikkelde wetgeving wil handhaven. Ik denk dat men dat inderdaad niet moet willen. De dga kan zich indien gewenst voor zijn beperkte pensioen dan wenden tot een professionele verzekeraar. Het nabestaandenpensioen is daar als het goed is in veel gevallen toch ook al (gedeeltelijk) ondergebracht. Mogelijk kan zelfs worden gedacht aan een dga-pensioenfonds. Ik bedoel dan geen zzp-fonds dat feitelijk een apart label van een verzekeraar is, maar een echt pensioenfonds waar de dga zich bij kan aansluiten. En als men die keuze maakt, ligt afstempeling van de bestaande aanspraken tot de fiscale waarde en vervolgens fiscaal vriendelijke afkoop voor de hand.

De staatssecretaris stelt voor 80% van de fiscale balanswaarde van de aanspraak te belasten bij de dga. Dat suggereert een maximaal tarief van ca 42%, maar het feitelijke tarief ligt veel lager als men zich beseft dat de werkelijke pensioenwaarde die eigenlijk belast zou moeten worden veel hoger ligt dan die fiscale balanswaarde. Dat in ogenschouw nemende zou iedere dga die afkoopfaciliteit moeten benutten. Geen enkele belastingadviseur kan zo’n laag tarief voor looninkomen bereiken met welk advies dan ook. Het na aftrek van die belasting nog resterende bedrag aan fiscale balanswaarde kan dan aan de dga worden uitbetaald, schuldig worden gebleven of worden verrekend met een storting van (agio)kapitaal in de bv.

 

Bekijk alle opinie artikelen