Kerncomponenten SRA-Cultuurmodel met onderliggende cultuurfactoren
In het SRA-Cultuurmodel vormt Welzijn het hart van de organisatiecultuur, de basis waarop een gezonde en kwaliteitsgerichte werkomgeving rust. Gezien het centrale belang van Welzijn voor zowel kwaliteit als medewerkerstevredenheid, maakt dit component, ongeacht de gekozen module, altijd onderdeel uit van het onderzoek.

Zonder veilige werkomgeving, een gezonde werkbalans en het gevoel erbij te horen kan de kwaliteitsgerichte cultuur en medewerkerstevredenheid niet naar een hoger niveau getild worden. Structurele werkdruk en overbelasting vergroten het risico op fouten, beperken reflectie en leiden tot concessies aan kwaliteit. Als psychologische veiligheid ontbreekt, zullen zorgen, fouten of afwijkende meningen niet gedeeld worden, en blijft waardevolle informatie onder de radar. Dit belemmert niet alleen samenwerking en leren, maar voorkomt ook dat leidinggevenden zicht krijgen op knelpunten of alternatieve inzichten in de uitvoering. Psychologische veiligheid, inclusiviteit en werkbalans zijn essentiële voorwaarden voor een cultuur waarin kwaliteit centraal staat én de medewerkers zich thuis voelen.
Van inzicht naar verbetering
De onderzoeksresultaten bieden concrete aanknopingspunten voor verbetering. Met behulp van de kwaliteitscirkel (Plan-Do-Check-Act) kunnen kantoren doelgerichte interventies uitvoeren en de voortgang monitoren. Door het onderzoek periodiek te herhalen, ontstaat een structureel evaluatiemoment dat bijdraagt aan een duurzame veranderstrategie.
Wetenschappelijke onderbouwing
Het vernieuwde onderzoek is stevig verankerd in wetenschappelijk onderbouwde modellen en instrumenten. Vanaf de start van het SRA-Cultuuronderzoek zijn wetenschappers en stakeholders betrokken bij de ontwikkeling van het instrument. Aan de hand van statistische analyse is gekeken naar de vraagstelling, betrouwbaarheid en samenhang tussen de onderdelen van de vragenlijst. Op basis van de analyses is een robuuste set van cultuurfactoren gedefinieerd. Daarbij is aandacht besteed aan interne consistentie, inhoudsvaliditeit en constructvaliditeit, waarbij vragen zijn aangescherpt waar nodig. Het onderzoek sluit aan bij actuele inzichten uit het werkveld, zoals het Barrett-waardenonderzoek van de NBA, en speelt het in op nieuwe ontwikkelingen binnen de accountancy, zoals duurzame inzetbaarheid en mogelijke Audit Quality Indicators, én op wensen van de kantoren zelf.
Een andere wetenschappelijke pijler is het eerder genoemde Competing Values Framework (CVF) van Kim Cameron en Robert Quinn, een wereldwijd erkend model dat organisatieculturen in kaart brengt en onder andere is toegepast in het cultuuronderzoek van de Foundation for Auditing Research bij de tien grootste Nederlandse accountantskantoren (2020-2021). Daarnaast vormt het werk van Harvard-professor Amy Edmondson over psychologische veiligheid een essentieel onderdeel van het onderzoek. Haar gevalideerde vragenlijst meet in hoeverre medewerkers zich veilig voelen om zich uit te spreken, fouten toe te geven en ideeën aan te dragen — een bewezen voorwaarde voor samenwerking, leren en innovatie.
Ondergrens: 10 medewerkers
Voor het onderzoek hanteren wij een minimale kantoorgrootte van 10 medewerkers. Dit aantal is zorgvuldig gekozen op basis van zowel wetenschappelijke richtlijnen als praktische overwegingen:
- Hoge responspercentages:
In de praktijk wordt bij de SRA-Cultuuronderzoeken een gemiddeld responspercentage tussen de 80% en 90% gerealiseerd. Hierdoor kunnen er, ook bij kleinere kantoren, voldoende betrouwbare inzichten geboden worden. De hoge respons compenseert de kleinere omvang deels, waardoor trends, sterktes en verbeterpunten zichtbaar worden.
- Competing Values Framework (CVF)
Een belangrijk onderdeel van ons onderzoek is de meting van de organisatiecultuur via het Competing Values Framework. Voor een betrouwbare en stabiele uitkomst bij gebruik van het CVF geldt als uitgangspunt dat er minimaal 10 respondenten nodig zijn. De onderzoeksopzet sluit hierop aan.
- Praktische toepasbaarheid voor de doelgroep
Veel SRA-leden tellen tussen de 10 en 25 medewerkers. Om een branche-breed beeld te krijgen, zijn de onderzoekresultaten uit deze groep ook relevant. Door een minimale kantoorgrootte van 10 te hanteren, maken we het onderzoek toegankelijk voor een bredere groep kantoren zonder in te leveren op de kwaliteit van de resultaten.
- Bewaking van anonimiteit en zorgvuldige interpretatie
Bij kleine organisaties nemen we aanvullende maatregelen om de anonimiteit te waarborgen en presenteren we resultaten op een wijze die interpretatie op individueel niveau voorkomt. Onder de grens van 10 medewerkers worden de resultaten snel onbrouwbaar en kan anonimiteit in gevaar komen.
Voor kantoren onder de 10 medewerkers is een alternatief beschikbaar in de vorm van een self-assessment, waarbij alle cultuurfactoren van het SRA-onderzoek Kwaliteitsgerichte cultuur aan bod komen.