Thuis in uw branche

Rechtspraak

Dossier arbeidsrelaties

Vanaf 1 mei 2016 is er al een handhavingsmoratorium rondom de aanwezigheid van een (fictieve) dienstbetrekking. Het kabinet heeft echter aangekondigd dit handhavingsmoratorium, waarbij alleen gehandhaafd wordt bij kwaadwillenden en anderen in eerste instantie alleen aanwijzingen krijgen, eind 2024 te beëindigen. 

Vanaf 2025 kan de Belastingdienst weer volledig handhaven als bij de beoordeling van een arbeidsrelatie sprake blijkt te zijn van een (fictieve) dienstbetrekking die niet als zodanig is aangemerkt tussen partijen. Voor het zover is, wil het kabinet in de wet nog een verduidelijking opnemen van het begrip ‘gezag’ en het vermoeden van een arbeidsovereenkomst bij en uurtarief onder een bepaald bedrag (men denkt nu aan € 30 of € 35) wettelijk vastleggen.

Een selectie van de rechtspraak over de kwalificatie van arbeidsrelaties (wel of geen dienstbetrekking) treft u hierna aan.

  1. Werknemer die na een arbeidsovereenkomst op enig moment 10% aandeelhouder wordt en vanaf dat moment maandelijks een wisselend bedrag aan management fee (afhankelijk van de gerealiseerde winst) en netto onkostenvergoeding ontvangt is naar het oordeel van de rechtbank op basis van de criteria van het Deliveroo-arrest werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst gebleven (Rechtbank Noord-Nederland, 11-07-2023, 7712918\ CV EXPL 19-2826, ECLI:NL:RBNNE:2023:2863)
  2. Maaltijdbezorgers Deliveroo zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst, ondanks de vrijheid van de bezorgers om zich aan te melden wanneer ze zelf willen en opdrachten te weigeren en zich te laten vervangen (Hoge Raad, 24-03-2023., 21/02090, ECLI:NL:HR:2023:443 en Conclusie A-G de Bock, 17-06-2022, 21/02090, ECLI:NL:PHR:2022:578). Of een overeenkomst wordt aangemerkt als arbeidsovereenkomst hangt af van alle omstandigheden in onderling verband gezien. De bedoeling van partijen is niet van belang. Als de overeengekomen rechten en plichten voldoen aan de wettelijke omschrijving van een arbeidsovereenkomst, is ook sprake van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad geeft een niet-limitatieve opsomming van de omstandigheden die van belang kunnen zijn:
    a. de aard en duur van de werkzaamheden,
    b. de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald,
    c. de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie het werk wordt verricht,
    d. het al dan niet bestaan van de verplichting om het werk persoonlijk te verrichten,
    e. de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand gekomen is,
    f. de wijze waarop de beloning wordt bepaald, waarop deze wordt uitgekeerd en de hoogte van de beloning,
    g. de vraag of degene die de werkzaamheden verricht commercieel risico loopt,
    h. gedraagt degene die de werkzaamheden verricht zich als ondernemer of kan hij zich zo gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft de fiscale behandeling en gelet op het aantal opdrachtgevers en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt,
    i. het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding is afhankelijk van de mate waarin het beding betekenis heeft voor degene die de werkzaamheden verricht.
  3. Een depothouder die kranten verdeelt onder bezorgers is in dienstbetrekking bij de uitgever van de kranten. De rechter overweegt hierbij onder meer dat de uitgever in vergaande mate bepaalde de manier waarop de depothouder zijn werkzaamheden moest uitvoeren en dat de depothouder zich op papier kon laten vervangen maar dat dit in de praktijk de werkzaamheden alleen verricht konden worden door een andere depothouder. (Rechtbank Amsterdam, 17-10-2022, 9719583 EA VERZ 22-115, ECLI:NL:RBAMS:2022:6002).
  4. Buitenlandse timmerlieden in dienstbetrekking bij houthandel, ondanks onder meer inschrijving bij KvK en btw-nummer, eigen ververvoer, gereedschap en werkkleding, betaling per opdracht, vrijheid om opdracht te weigeren en zelf bepalen van de werktijden. (Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-04-2022, AWB-19_6656, ECLI:NL:RBZWB:2022:1794, hoger beroep ingesteld).
  5. De overeenkomst van (de persoonlijke BV van) een Equity Partner van Deloitte als kwalificeert , vanwege het ontbreken van een gezagsverhouding, niet als arbeidsovereenkomst (Gerechtshof Den Haag, 29-03-2022, 200.298.095, ECLI:NL:GHDHA:2022:449).
  6. Bedoeling van partijen speelt geen rol bij vraag of de overeenkomst kan worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst. Van belang is of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke regels van een arbeidsovereenkomst. De vraag welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen moet vastgesteld worden aan de hand van de Haviltexmaatstaf (niet alleen de taalkundige betekenis van de overeenkomst is van belang, maar ook wat partijen over en weer hebben verklaard en wat zij redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben mogen afleiden, Haviltex-arrest Hoge Raad, 13-03-1981, ). Door uitkeringsgerechtigde op participatieplaats verrichte werkzaamheden worden niet in dienstbetrekking verricht (Hoge Raad, 6-11-2020, 19/03369, ECLI:NL:HR:2020:1746).

Dossier Arbeidsrelaties