10 belangrijke Eindejaarstips
Wat kun je of moet je als ondernemer, dga, werkgever of particulier aan het einde van 2025 regelen? Wat verandert er per 2026 waar je nu nog op kunt anticiperen? We geven je tien belangrijke tips.

1. Anticipeer op 12% extra belasting fossiele personenauto van de zaak
Werkgevers gaan extra belasting betalen als ze vanaf 1 januari 2027 een fossiele personenauto van de zaak (CO2-uitstoot groter dan nul) voor het eerst aan hun werknemer ook voor privégebruik ter beschikking stellen. Het addertje onder het gras bij deze regeling is dat woon-werkverkeer ook privé is! De belasting bedraagt in beginsel 12% van de cataloguswaarde. Voor personenauto’s die vóór 2027 ter beschikking worden gesteld, gaat de heffing pas in per 17 september 2030. Houd daarom ook al rekening met de regeling als u overweegt om voor 2027 nog fossiele personenauto’s voor het eerst ter beschikking te stellen. Bij een aanschaf of een leasecontract met een langere looptijd wilt u wellicht al kiezen voor een emissievrije personenauto.
2. Plan de samenstelling van uw vermogen box 3
Heeft u privévermogen, dan is het van belang rekening te houden met de belastingheffing die u moet betalen over de verschillende typen vermogens in box 3. De hoogte van de box 3-belasting hangt namelijk niet alleen af van de hoogte van uw vermogen, maar ook van de samenstelling. Bovendien tellen roerende zaken in eigen gebruik (denk aan inboedel, juwelen of een boot) niet mee in box 3. U kunt dan ook belasting besparen door slim te plannen rondom de peildatum van 1 januari 2026. Koop roerende zaken voor eigen gebruik daarom vóór 1 januari 2026 in plaats van net daarna. En heeft u een onroerende zaak in box 3 verkocht, kijk dan of deze nog vóór 1 januari 2026 bij de notaris overgedragen kan worden. Dan bedraagt het wettelijk vastgestelde rendement hierover op 1 januari 2026 geen 7,78%, maar het veel lagere wettelijk vastgestelde rendement dat voor banktegoeden geldt.
3. Controleer of u de tegenbewijsregeling box 3 kunt toepassen
Is uw totale werkelijke rendement in box 3 lager dan het totaal berekende wettelijk vastgestelde rendement, dan kunt u misschien een beroep doen op de tegenbewijsregeling box 3. De Hoge Raad sprak zich hierover vanaf medio 2024 uit. In beginsel is het mogelijk om voor de jaren 2017 tot en met 2027 een beroep te doen op de tegenbewijsregeling box 3. Voor de jaren 2017-2020 kan dat echter alleen als uw definitieve aanslag IB op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond én u tijdig bezwaar maakte of verzocht om ambtshalve vermindering. Om een beroep te doen op de tegenbewijsregeling, moet u verplicht gebruikmaken van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR). De Belastingdienst verstuurt vanaf juli gefaseerd brieven. Neem na ontvangst van deze brief zo snel mogelijk contact op met onze adviseurs. De reactietermijn is in bepaalde gevallen namelijk maar twaalf weken!
4. Dividend uitkeren of nog niet?
Het tarief in box 2 bedraagt in 2025 24,5% tot een inkomens van € 67.804 (of € 135.608 voor fiscale partners gezamenlijk). Over het meerdere bedraagt het tarief in 2025 31%. Het is daarom aantrekkelijker om dividend uit te keren tot € 67.804 (bij fiscale partners € 135.608) dan een hoger bedrag. Ga na welke bedragen aan dividend u de komende jaren wilt uitkeren en houd hierbij rekening met deze tariefverschillen.
5. Anticipeer op btw-herzieningsdiensten vanaf 2026
Voor investeringen in roerende en onroerende goederen geldt nu al een btw-herzieningsregeling. Vanaf 2026 gaat ook een btw-herzieningsregeling gelden voor diensten van minimaal € 30.000 (excl. btw)aan onroerende zaken. Deze investeringsdiensten worden vanaf 2026 gevolgd in het jaar van ingebruikname, plus de vier daaropvolgende jaren. Wijzigt in die periode het gebruik voor btw-belaste en/of btw-vrijgestelde prestaties, dan wordt de btw-aftrek op de investeringsdienst herzien.
De btw-herzieningsregeling geldt alleen voor diensten die de onroerende zaak meerjarig dienen, zoals het vernieuwen en onderhouden van onroerende zaken, maar ook aan met een verbouwing samenhangende sloopwerkzaamheden. Ook materialen, installaties, machines en werktuigen die opgaan in een dienst en na installatie of montage hun zelfstandigheid verliezen, worden gezien als onderdeel van de investeringsdienst.
De btw-herzieningsregeling gaat gelden voor investeringsdiensten die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. Neemt u deze investeringsdiensten dus nog vóór deze datum in gebruik, dan worden ze niet geraakt door de regeling.
6. Handhaving op schijnzelfstandigheid
Na jarenlang zonder handhaving (behalve bij kwaadwilligen), is de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 weer gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Houd er rekening mee dat er vanaf 2026 ook weer boetes opgelegd kunnen worden, ook wanneer er geen sprake is van opzet of kwade trouw. Er is sprake van schijnzelfstandigheid als een zelfstandige (zzp'er) volgens de wettelijke regels eigenlijk in dienst is bij een opdrachtgever. Werkt u met zelfstandigen? Controleer dan goed of deze eigenlijk niet bij u in dienst zouden moeten zijn. Welke afspraken heeft u gemaakt, hoe heeft u dit vastgelegd en sluiten de afspraken ook daadwerkelijk aan bij de praktijk?
7. Koop tweede woning pas in 2026
Bent u van plan een woning aan te schaffen die u niet zelf als hoofdverblijf gaat gebruiken, bijvoorbeeld een woning voor de verhuur aan uw kind? Wacht - indien mogelijk - hiermee dan tot na 2025. Vanaf 2026 wordt de overdrachtsbelasting voor woningen die u niet zelf als hoofdverblijf gaat gebruiken namelijk verlaagd van 10,4 naar 8%. Dat kan behoorlijk in de portemonnee schelen. Zo bedraagt het voordeel voor een woning met een waarde van € 500.000 bijvoorbeeld al € 12.000.
8. Benut uw vrije ruimte
Binnen de werkkostenregeling betaalt u als werkgever geen belasting als u met uw vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel binnen de vrije ruimte blijft. Deze bedraagt in 2025 2% tot een totale fiscale loonsom van € 400.000 en 1,18% daarboven. Ga na of u nog vrije ruimte over heeft en maak hier gebruik van als u uw personeel extra wilt belonen. Een overschot aan vrije ruimte kunt u namelijk niet meenemen naar 2026. Bent u dga met een bv, dan kunt u zichzelf op deze manier ook een belastingvrije bonus cadeau doen voor zover deze bonus aan de gebruikelijkheidstoets voldoet.
9. Koop nog dit jaar een lijfrente
Betaalde bedragen voor de aankoop van een lijfrente zijn, onder voorwaarden, aftrekbaar. Voor degene met een pensioentekort in 2024 bedraagt de fiscale jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies in 2025 30% van het inkomen (onder meer winst en loon). De maximale jaarruimte bedraagt in 2025 € 35.798. Misschien heeft u ook nog reserveringsruimte uit voorgaande jaren? Dan kunt u daarvan in 2025 maximaal € 42.108 gebruiken. Zorg wel dat u de lijfrentepremies in 2025 betaalt! Alleen dan kunt u deze nog in aftrek brengen in uw aangifte inkomstenbelasting 2025. Bij betaling in 2025 zijn uw banktegoeden op 1 januari 2026 lager en betaalt u over 2026 wellicht ook minder belasting in box 3.
10. Laat uw herinvesteringstermijn niet verlopen
Laat de termijn voor in het verleden gevormde herinvesteringsreserves (HIR) niet verlopen. Een HIR die u in 2022 gevormd heeft, moet u in principe vóór 31 december 2025 benutten. Doet u dat niet, dan valt de HIR vrij en bent u daarover belasting verschuldigd.
Dit artikel is afkomstig uit de SRA-Nieuwsbank, dé actuele informatiebron voor de klant van het SRA-accountantskantoor. Ben je lid van SRA en heb je nog geen abonnement op de Nieuwsbank? Kijk dan hier voor meer informatie.