Thuis in uw branche

Reactie op publicatie rapport 'AFM data-analyse niet-OOB-accountantsorganisaties'

  • Publicatiedatum: 2-2-2021
Analyse

Het rapport ontbeert op een fiks aantal punten wezenlijke informatie om te komen tot het gepresenteerde beeld, en er zijn belangrijke statistische en methodologische tekortkomingen geconstateerd bij de uitvoering van de data-analyse. Het rapport creëert dan ook een onterecht negatief beeld over kleinere accountantsorganisaties, zeker in een periode waarin de overheid besluiten moet nemen over de toekomst van accountantsorganisaties opererend in het niet-OOB-domein. Het doet geen recht aan alle kleinere accountantsorganisaties die een positieve reviewscore hebben en dag in dag uit kwaliteit leveren binnen de financiële keten.

Visie onafhankelijke expert

Verleden jaar heeft de toezichthouder data vanaf 2014 van niet-OOB-accountantsorganisaties geanalyseerd. Vanaf 2014 is het aantal vergunninghouders in het niet-OOB-segment significant gedaald van 413 naar 265. Aangezien de uitkomst van die analyse totaal niet herkend werd voor de huidige SRA-populatie van 191 vergunninghouders, heeft het SRA-bestuur de AFM verzocht een onafhankelijke data-specialist te laten meekijken. Deze onafhankelijke statisticus heeft kennisgenomen van het concept-rapport, de gehanteerde data, methodiek en resultaten en die besproken met betrokkenen bij de AFM.

De belangrijkste bevinding uit het Statisticor-rapport is dat de conclusies in het AFM-rapport op zijn minst voorbarig zijn. Er ontbreekt namelijk belangrijke basisinformatie over de data, en voor een goede statistische analyse hadden op belangrijke punten andere keuzes gemaakt moeten worden.

Andere keuzes

Deze bevindingen heeft het SRA-bestuur met de toezichthouder besproken, als ook met het ministerie van Financiën. De AFM heeft daarop aangegeven geen aanleiding te zien om de data-analyse opnieuw te doen, haar conclusies en beeld over kleinere accountantsorganisaties te wijzigen dan wel open te staan voor een onafhankelijk data-onderzoek. Dat is jammer omdat zo’n onderzoek wel degelijk waardevol zou kunnen zijn: de data kunnen inzicht geven in het toekomstbestendig voeren van een accountantsorganisatie.

Met de publicatie van het definitieve rapport geeft de AFM aan dat zij op verzoek van de minister van Financiën haar data-analyse in 2020 heeft geactualiseerd. Deze actuele versie hebben we tegen de bevindingen over het eerste concept-rapport aangehouden. Op basis daarvan trekken wij de conclusie dat de belangrijkste bevinding overeind blijft: voor een goede statistische analyse hadden op belangrijke punten andere keuzes gemaakt moeten worden.

Link met vliegurencriterium

Naast het rapport zelf is SRA ontstemd over het moment van publicatie en de link die (indirect) wordt gelegd met een eventueel in te voeren vliegurencriterium voor kleinere accountantsorganisaties. Dit onderwerp staat genoemd in de kabinetsaanbevelingen. Onderzocht zou moeten worden of zo’n criterium een kwaliteitverhogend effect zou kunnen hebben. Gezien het belang van het onderwerp is een zorgvuldig proces een minimale vereiste. In het concept-rapport van de AFM werd een directe link met het vliegurencriterium gelegd. Ook het ministerie van Financiën verwijst in haar brief over onder meer het vliegurencriterium vandaag naar het rapport AFM data-analyse niet-OOB-accountantsorganisaties. Daarin staat dat het AFM-rapport nu geen aanleiding geeft voor het instellen van een vliegurencriterium.

Over de nut en noodzaak van een vliegurencriterium is onder experts geen consensus: de Commissie toekomst accountancysector (Cta) neemt in haar rapport ‘Vertrouwen op controle’ de aanbeveling van de ‘Monitoring Commissie Accountancy’ (MCA) in hun rapport ‘Spiegel voor de accountancysector’ niet over. Ook op basis van het voorliggende AFM-rapport kan onzes inziens niet de conclusie worden getrokken dat een vliegurencriterium kwaliteitverhogend werkt.

De invoering van criteria en de methodologie zoals gehanteerd in het voorliggende AFM-rapport zullen in ieder geval effect hebben op het huidige aantal van 265 niet-OOB-accountantsorganisaties. Meer dan de helft van dat aantal, namelijk zo’n 140 kleinere accountantsorganisaties, staat dan op de nominatie om de vergunning te moeten inleveren, met desastreuze effecten voor de hele keten als gevolg. Deze halvering zal alleen een positieve impact hebben op de in te zetten toezichtcapaciteit van de AFM, die op basis van de kabinetsaanbevelingen naar waarschijnlijkheid per 1 januari 2022 het volledige toezicht op niet-OOB-accountantsorganisaties gaat uitvoeren.

Vooruitkijkend

Ten aanzien van het proces merken we nog het volgende op. Het mogelijke invoeren van een  vliegurencriterium heeft wettelijke verankering nodig, op basis van de parlementaire behandeling in de Tweede en Eerste Kamer. Vandaag heeft de demissionair minister van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken rond de kabinetsaanbevelingen voor de accountancysector; een onderwerp dat de Vaste Kamercommissie voor Financiën op de lijst controversieel te verklaren onderwerpen heeft geplaatst. In zijn brief geeft Hoekstra aan dat het vliegurencriterium op basis van de huidig beschikbare data van tafel is. Mede gezien deze keuze, en vooruitlopend op besluiten van de wetgever en het parlementaire proces, en alle veranderprocessen binnen de sector vindt het SRA-bestuur het onzorgvuldig en niet passen om kleinere accountantsorganisaties onnodig te diffameren.        

In de afgelopen periode heeft het SRA-bestuur veel overleg gehad met de toezichthouder, de beroepsorganisatie, de kwartiermakers en het ministerie van Financiën, onder meer over het thema vliegurencriterium. Op basis van harde data vanaf 2014 hebben wij onze bevindingen over de kleinere accountantsorganisaties gedeeld. Wij zijn verheugd dat de minister aandacht heeft voor onze visie en een vliegurencriterium voor accountantsorganisaties op dit moment niet wenselijk acht.

We herkennen het positieve beeld dat minister en kwartiermakers vandaag schetsen van een sector en stakeholders die gezamenlijk werken om de benodigde verbeterslagen in de sector te realiseren. In de keten en met de sector blijven we werken om (het beeld over) de kwaliteit van accountants duurzaam te verbeteren. In de aanloop naar wettelijke verankering van aangekondigde kabinetsmaatregelen gaan wij daarmee graag verder. SRA zet zich in voor een uitkomst waarmee de hele keten gediend is.

Bijlagen

Contact

T 030 656 60 60
E bestuur@sra.nl