Wat zijn de gevolgen van een te laat ingediend OWR-formulier na een motiveringsbrief?

Motiveringsbrief

Een belastingplichtige die bezwaar maakte of verzocht om ambtshalve vermindering inzake de box 3-heffing, ontvangt een motiveringsbrief van de Belastingdienst. In deze brief wordt de belastingplichtige gevraagd zijn bezwaar/verzoek om ambtshalve vermindering te motiveren door middel van een ingevuld OWR-formulier.

De termijn om dit OWR-formulier in te dienen bedraagt twaalf weken, maar is door de Belastingdienst verlengd tot 1 mei 2026. Deze uitgestelde termijn geldt als het bezwaar of verzoek om ambtshalve vermindering is ingediend door een fiscaal dienstverlener of andere professionele rechtsbijstandsverlener of als een fiscaal dienstverlener of andere professionele rechtsbijstandsverlener zich hiervoor inmiddels als gemachtigde heeft gesteld. 

OWR-formulier na 30 april 2026

Wordt het door de fiscaal dienstverlener ingediende OWR-formulier na 30 april 2026 door de Belastingdienst ontvangen, dan kan het zijn dat de Belastingdienst ondertussen het bezwaar of het verzoek om ambtshalve vermindering afwijst.

De gevolgen van zo'n te laat ingediend OWR-formulier zijn afhankelijk van de vraag of het om een bezwaar of een verzoek om ambtshalve vermindering gaat.

OWR-formulier als motivatie van een bezwaar

Als de Belastingdienst niet op tijd een OWR-formulier ontvangt, beoordeelt de Belastingdienst het bezwaar op grond van de aanwezige gegevens. In de praktijk zal dit veelal betekenen dat het bezwaar wordt afgewezen omdat geen OWR-formulier ontvangen is en dus geen werkelijk rendement bekend is. De Belastingdienst stuurt in zo’n geval altijd eerst een vooraankondiging. Een fiscaal dienstverlener heeft dan dus nog de tijd om alsnog het OWR-formulier in te dienen.

Gebeurt dat niet en volgt een afwijzing van het bezwaar, dan heeft de fiscaal dienstverlener nog de volgende mogelijkheden:

• Is de vijfjaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering al verstreken (dat zal in het jaar 2026 gelden voor de jaren tot en met 2020), dan kan de fiscaal dienstverlener alleen nog binnen zes weken in beroep gaan tegen de uitspraak op bezwaar. Gebeurt dat niet of te laat, dan staat de definitieve aanslag onherroepelijk vast en neemt de Belastingdienst een nadien ontvangen OWR-formulier niet meer in behandeling.
• Is de vijfjaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering nog niet verstreken (dat geldt in het jaar 2026 voor de jaren vanaf 2021), dan is het verstandig als de fiscaal dienstverlener binnen zes weken in beroep gaat tegen de uitspraak op bezwaar. Gebeurt dat niet of te laat, dan neemt de Belastingdienst een voor het einde van de vijfjaarstermijn (voor het jaar 2021 is dat tot en met 31 december 2026) ontvangen OWR-formulier of separaat verzoek om ambtshalve vermindering in behandeling als verzoek om ambtshalve vermindering. Dit geldt niet als een en ander ontvangen wordt na het einde van de vijfjaarstermijn.

OWR-formulier als motivatie van een verzoek om ambtshalve vermindering

Als de Belastingdienst niet op tijd een OWR-formulier ontvangt, beoordeelt de Belastingdienst het verzoek om ambtshalve vermindering op grond van de aanwezige gegevens. In de praktijk zal dit veelal betekenen dat het verzoek wordt afgewezen omdat geen OWR-formulier ontvangen is en dus geen werkelijk rendement bekend is. De Belastingdienst stuurt in zo’n geval geen vooraankondiging, maar wijst meteen af.

De fiscaal dienstverlener heeft dan nog de volgende mogelijkheden:

• Is de vijfjaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering al verstreken (dat geldt in 2026 voor de jaren tot en met 2020), dan kan de fiscaal dienstverlener alleen nog binnen zes weken na dagtekening in bezwaar gaan tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering. Dit kan door te zorgen dat de Belastingdienst binnen zes weken een ingevuld OWR-formulier of een separaat bezwaar ontvangt. Gebeurt dat niet of na die zes weken, dan staat de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering onherroepelijk vast en neemt de Belastingdienst een nadien ontvangen OWR-formulier niet meer in behandeling.
• Is de vijfjaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering nog niet verstreken (dat geldt in 2026 voor de jaren vanaf 2021), dan is het verstandig als de fiscaal dienstverlener zes weken na dagtekening in bezwaar gaat tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering. Gebeurt dat niet of te laat, dan neemt de Belastingdienst een voor het einde van de vijfjaarstermijn (voor 2021 is dat tot en met 31 december 2026) ontvangen OWR-formulier of separaat verzoek om ambtshalve vermindering in behandeling als tweede verzoek om ambtshalve vermindering. Dit geldt niet als een en ander ontvangen wordt na het einde van de vijfjaarstermijn.