Thuis in uw branche

Openbaarmaking vergrijpboetes en toepassing van de medeplegersboete

  • Publicatiedatum: 17-12-2019

Mede namens RB en SRA heeft de NOB half november jl. een brief gestuurd naar staatssecretaris Snel van Financiën. Met deze brief willen de drie organisaties de staatssecretaris bewegen om de wet openbaarmaking vergrijpboetes voor belastingadviseurs uit te stellen.

In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35 303) heeft de Regering voorgesteld artikel 67r AWR in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) op te nemen. In dit artikel is voorgesteld de boetebeschikking waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd aan een overtreder als bedoeld in artikel 5:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht openbaar te maken. Blijkens de Memorie van Toelichting is deze maatregel bedoeld het publiek in staat te stellen zich beter te informeren omtrent de keuze voor een adviseur (transparantie) en aldus malafide adviseurs te mijden.

De drie organisaties vinden onder andere dat het wetsvoorstel juist niet tegemoet komt aan de doelstelling om het publiek beter te informeren. Publicatie van de boetebeschikking vindt immers plaats na aanwending van rechtsmiddelen. Een volledige rechtsgang (bezwaar, beroep, hoger beroep en cassatie) neemt meerdere jaren (3-5 jaar) in beslag. Daarbij is van belang dat boetes in fiscale zaken in de regel pas meerdere jaren na het beboetbare feit opgelegd worden. In totaal zal er naar alle waarschijnlijkheid gemiddeld 7 tot 10 jaar tussen gedraging en publicatie zitten. Hiermee schiet het voorstel haar doel voorbij, menen NOB, RB en SRA.

Gerelateerd