SKM1
Naslag, cursusaanbod en nieuws
Er wordt een code naar je e-mailadres gestuurd. Om in te loggen vul je deze code in de volgende stap in.
Is jouw kantoor wel lid, maar heb je nog geen account? Klik hier om een account aan te vragen.
Er is een code naar je e-mailadres gestuurd. Om in te loggen, vul je deze hieronder in.
Naar aanleiding van vele reacties op de internetconsultatie ‘Wetsvoorstel vastgoedaandelentransacties’ – waaronder die van SRA – past het kabinet het wetsvoorstel aan.
In het ter internetconsultatie aangeboden wetsvoorstel werd toepassing van de samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting uitgesloten voor alle kwalificerende verkrijgingen van aandelen in een onroerendezaaklichaam (hierna: OZL). SRA meende dat dit voorstel een overkill en materieel terugwerkende kracht bevatte en deed daarom voorstellen tot wijziging. Naar aanleiding van onder andere reacties van SRA heeft het kabinet besloten het wetsvoorstel aan te passen.
Als de samenloopvrijstelling van toepassing is, is de rechtstreekse verkrijging van een onroerende zaak en de verkrijging van aandelen in een OZL vrijgesteld van overdrachtsbelasting. In de praktijk heeft deze vrijstelling tot belastingbesparende structuren geleid. Het kabinet vindt dit ongewenst en onbedoeld. Het wetsvoorstel vastgoedaandelentransacties gaat dan ook over het niet meer toepassen van de samenloopvrijstelling van artikel 15, eerste lid, onderdeel a WBR op de verkrijging van aandelen in een OZL.
De in het oorspronkelijke wetsvoorstel opgenomen overkill neemt het kabinet weg door aanpassing van het wetsvoorstel op twee punten:
Lopende projecten worden ontzien door opname van overgangsrecht in het wetsvoorstel. Alle projecten die vóór de indieningsdatum van het wetsvoorstel (Prinsjesdag 2023) overeenkomsten gesloten hebben in de vorm van ten minste een intentieverklaring kunnen de samenloopvrijstelling blijven toepassen.
Dit overgangsrecht eindigt op 31 december 2029. Op de verkrijging van aandelen in een OZL na die datum zal de samenloopvrijstelling dus wel van toepassing zijn als de verkrijger de onroerende zaak gedurende twee jaar na het verkrijgen voor minder dan 90% gebruikt voor btw-belaste activiteiten.
In het voorstel dat ter consultatie is aangeboden, stond een ingangsdatum van 1 januari 2024. In de nieuwe plannen staat dat de beoogde ingangsdatum 1 januari 2025 is. Voor de praktijk is van belang welke projecten vanaf 1 januari 2025 (voorgenomen inwerkingtreding van het wetsvoorstel) geraakt worden door het wetsvoorstel. Het gaat hierbij dus om projecten:
Voor deze projecten kan de uitsluiting van de samenloopvrijstelling wellicht nog voorkomen worden door vóór Prinsjesdag 2023 ten minste een intentieverklaring te sluiten. Als dat niet lukt, kan de uitsluiting nog voorkomen worden door levering van de aandelen in de OZL uiterlijk 31 december 2024.
|
Het wetsvoorstel wordt op Prinsjesdag 2023 aangeboden. De behandeling loopt mee met het Belastingplan 2024. Voorgenomen inwerkingtreding is 1 januari 2025. |