Thuis in uw branche

SRA plaatst wederom kanttekeningen bij Fiscale Agenda

  • Publicatiedatum: 27-6-2011

SRA heeft diverse voorstellen - waaronder afschaffing van de vrijstellingen in de omzetbelasting - aan de Tweede Kamercommissie voor Financiën meegegeven voor de discussie over de Fiscale Agenda op 30 juni.

Nederlandse markt, financier de verlaging de belastingdruk van arbeid niet uit een verhoging van het tarief op kapitaal, en onderzoek de gevolgen van continuering van de werkkostenregeling en ook het niet invoeren ervan. Dit zijn slechts enkele voorstellen die SRA de Tweede Kamercommissie voor Financiën meegeeft voor de discussie over de Fiscale Agenda tijdens het Algemeen Overleg op 30 juni a.s.

Naast de uitgebreide aandacht die SRA vraagt voor een afgewogen set van beleidsmaatregelen die met name het nationale mkb moet stimuleren, verzoekt SRA de Commissie nadrukkelijk aandacht te besteden aan haar zorg om de rechtsbescherming van belastingplichtigen. De beoogde verhoging van het griffierecht en afschaffing van anonimiteit in belastingprocedures zijn in dat kader hoogst onwenselijk.

Belastingen op arbeid

SRA ondersteunt het initiatief om de belastingdruk op arbeid te verlagen, maar pleit voor een onderzoek naar effecten. Het beoogde effect van de verschuiving van directe naar indirecte belastingen zal alleen dan optreden als de verlaging van de inkomstenbelasting voor actieven (werkenden) groter is dan hun btw-verhoging. In hoeverre daaraan wordt voldaan is onduidelijk. Over dit voorstel zou dus pas moeten worden besloten als de diverse (her)verdelingseffecten inzichtelijk zijn. Het is immers te betreuren als de verschuiving slechts tot een herverdeling van belastingdruk over inkomensgroepen zou leiden, zonder dat de beoogde doelstellingen worden bereikt. Overigens zouden inactieven via de hoogte van de AOW ook gedeeltelijk gecompenseerd moeten worden om te voorkomen dat vooral zij de dupe worden.

Sprinkhanen en rentelastenaftrek

SRA pleit daarnaast voor een integrale en alomvattende regeling voor rentekosten in de vennootschapsbelasting. Alle bestaande aftrekbeperkingen voor rente moeten worden herzien en in die integrale regeling worden opgenomen. Een separate regeling voor de rentekosten bij overnameholdings, naast andere reeds bestaande aftrekbeperkingen voor rente, vindt SRA dus niet wenselijk. We begrijpen weliswaar de wens om paal en perk te stellen aan de excessieve renteaftrek waarvan vooral buitenlandse private equity bedrijven profiteren. Maar de voorgestelde maatregel kent een generiek karakter, waarmee deze alle overnameholdings raakt en dus niet alleen de 'sprinkhanen'. Rentelasten moeten echter wel aftrekbaar zijn wanneer de corresponderende rentebate bij de ontvanger in een naar Nederlandse maatstaven redelijke belaste heffingsgrondslag worden opgenomen.

Kapitaalvernietiging door aftrekbeperking?

Het (gedeeltelijk) weigeren van de renteaftrek leidt tot hogere kapitaalkosten, dus tot minder aanbod van kapitaal op de Nederlandse markt. Dit is slecht voor de concurrentiekracht van ons bedrijfsleven en het vestigingsklimaat. Door bijvoorbeeld de eis te stellen dat 40% eigen vermogen aanwezig moet zijn, is voor grote overnames een aanzienlijk eigen vermogen noodzakelijk; meer nog dan banken nu eisen. Dat heeft grote nadelen voor onder meer jonge, innovatieve en groeiende ondernemingen. De markt krimpt waardoor de waarde van bestaande ondernemingen afneemt. In die zin leidt het tot een mogelijke kapitaalvernietiging.

Kortom, de voorgestelde aftrekbeperking is niet alleen nadelig voor de koper, maar ook voor de verkoper van ondernemingen. Ook moet de regeling mkb-proof worden. De Fiscale Agenda noemt een 'magere' drempel van € 500.000 aan rentekosten; een maatregel die niet voor het mkb bedoeld is maar waar zij wel last van heeft. SRA denkt dat een groot deel van het mkb ontzien wordt met een verhoging van de drempel tot bijvoorbeeld € 2 miljoen (maar liever nog € 10 miljoen) aan rentekosten.

Download de uitgebreide brief aan de Tweede Kamercommissie