Thuis in uw branche

Jaarrede SRA-voorzitter Paul Dinkgreve: ''Nieuw ethisch reveil noodzakelijk binnen accountancysector"

  • Publicatiedatum: 13-12-2018

Daarmee opende Paul Dinkgreve, bestuursvoorzitter, donderdag 13 december 2018 de Algemene Ledenvergadering van SRA. De accountancybranche bevindt zich in een transitieperiode waarin onzekerheid bestaat over de inhoud van haar rol en functie en over de inhoud van vertrouwen. "En in dat vertrouwen, het sleutelbegrip van vandaag, daar zit nou net de crux."

Beste collega's, dames en heren,

Paul DinkgreveIk heet u na een turbulent jaar voor onze sector van harte welkom op de zesde SRA-dag. Terug en vooruitkijkend naar waar wij samen voor staan, wil ik beginnen met een citaat uit een epistel van een visionair en één van de grondleggers van het accountantsberoep. Professor Theodore Limperg jr. schreef in oktober 1933 het volgende:

"Wij mogen de wijzigingen, welke de functie in het verloop van den tijd ondergaat, tezamen beschouwen als den groei van de functie. Waar nu ook de primaire oorzaak voor de veranderingen ligt, bij de ontwikkeling van het verkeer dan wel bij die van de controletechniek — men denke hierbij niet alleen aan de techniek in engeren zin, maar ook aan de methode van controle —, die groei heeft steeds een geleidelijk karakter.

En dit betekent voor de praktijk en voor de toepassing van de Leer van het gewekte Vertrouwen, dat er een tijdruimte ontstaat van onzekerheid omtrent den inhoud van de functie, en van het vertrouwen; een onzekerheid, welke nog wordt vergroot, doordat over de nuttigheid van bestaande methoden van werken en over de wenschelijkheid van de verruiming der functie aanvankelijk in vakkringen zelden of nooit overeenstemmigheid bestaat. Welke is onder die omstandigheden de norm van vertrouwen, die voor de functie van den accountant geldt?"

Onzekere transitieperiode

Dat dames en heren, is in een notendop de tijdruimte waarin wij ons nu bevinden: een transitieperiode waarin onzekerheid bestaat over de inhoud van onze rol en functie en over de inhoud van vertrouwen. En in dat vertrouwen, het sleutelbegrip van vandaag, daar zit nou net de crux. Het vertrouwen in onze sector is immers zeer wankel. En dan verwijs ik niet alleen naar de kritische rapporten uit dit jaar van AFM, MCA, Young Profs of naar de onlangs door de minister aangekondigde commissie die opnieuw de sector gaat onderzoeken. Nee, ik verwijs ook naar ontwikkelingen in de maatschappij.

Wereldwijd verliezen mensen steeds meer vertrouwen in autoriteiten als overheden, mainstream media en grote corporaties. En tegelijkertijd vertrouwen we elkaar steeds meer en maken telkens meer mensen gebruik van platformen als Uber, AirBNB, Bitcoin en Tindr. Laat ik u meenemen in een aantal observaties vanuit de wetenschap.

Paradox van vertrouwen

Volgens Esther Keymolen, verbonden aan de Universiteit van Tilburg - zij brengt techniek en ethische en filosofische vragen samen -, staat vertrouwen eigenlijk gelijk aan 'ergens in geloven voordat we weten dat het zo is'. We maken als mens vaak de denkfout dat hoe meer wij over iets weten, hoe meer vertrouwen wij daarin hebben. Dat is de paradox van vertrouwen: het is juist het stoppen naar het zoeken van zekerheid. Als je 100% zeker weet dat a tot b zal leiden, dan is vertrouwen nutteloos. Zonder onzekerheid heb je geen vertrouwen nodig.

Dat is niet alleen een valide redenering, maar welbeschouwd ook een ongemakkelijke waarheid voor iedereen die zich bezighoudt met controle en toezicht. Het idee dat transparantie de onzekerheid vermindert en dat de accountant daardoor vertrouwen herwint, klopt dus niet. Volgens Victor Lamme, hoogleraar en hersenonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en bekend van de Accountantsdag 2015, is transparantie het slechtste idee van de afgelopen 20 jaar.
Gegeven onze preoccupatie met negatief nieuws en omdat juist negatieve informatie zo’n desastreuze invloed heeft op ons vertrouwen, lijkt dat niet bepaald de oplossing voor de vertrouwenscrisis. Intuïtief lijkt het allemaal prachtig, die openheid. Maar in werkelijkheid wordt wie veel uitlegt ook nog eens onbewust als onbetrouwbaar waargenomen. Zo werken onze hersenen nu eenmaal.

Vertrouwde technologie?

Hang naar transparantie is volgens filosofen en hersenonderzoekers een doodlopende weg. Wat dan wel? Vertrouwen kunnen we vooral winnen op het meest basale gebruiksniveau. Esther Keymolen vertrouwt haar telefoon en Facebook, omdat ze doen wat zij verwacht dat ze doen. Vertrouwen in digitale technologie heeft een binair karakter. Onze beoordeling daarvan gaat vaak niet verder dan: werkt het of werkt het niet? Ja of nee? Schrijft digitale technologie dan een nieuw historisch hoofdstuk over vertrouwen?

Aanvankelijk zag deeleconomie-specialist Rachel Botsman (Universiteit van Oxford) geweldige mogelijkheden in het gedistribueerde vertrouwen via digitale technologie zoals bij blockchain. Maar zij ziet en beschrijft nu ook de extreme risico’s. Voor haar nieuwste boek Who can you trust? verdiepte Botsman zich onder meer in het Chinese Sociale Krediet-systeem, bedacht om de 'eerlijkheidscrisis' te bestrijden. Op basis van hun gedrag krijgen deelnemers scores die bepalen of zij voorrechten verkrijgen of verliezen: een paspoort, vliegticket, baan. Nu is deelname nog vrijwillig, maar vanaf 2020 wordt, als de pilot slaagt, van iedere Chinees een score bijgehouden.

Wat is het effect van dit systeem? Het Chinese Hooggerechtshof liet vorig jaar weten dat in de afgelopen 4 jaar al meer dan 6 miljoen mensen niet mochten vliegen omdat ze op een zwarte lijst stonden wegens ‘vertrouwensbreuken’. Nog eens 1,65 miljoen mensen mochten geen treinkaartjes kopen. Dit zijn geen citaten uit 1984 van George Orwell, dit gebeurt nu, in het echt. En de Chinezen die op dit moment vrijwillig meedoen aan het pilotproject delen trots hun scores op sociale media.

Robotisering van gedrag

Overigens, ook wij hier in het Westen kennen diezelfde verslaving aan views en likes op Instagram en Facebook, en we leveren zonder veel terughoudendheid informatie over ons eigen leven aan tech-giganten als Amazon, Apple en Google. Door de dataficatie van de maatschappij worden we steeds afhankelijker van algoritmen en softwarecodes. U volgt toch ook slaafs de aanwijzingen van uw navigatiesysteem?

Volgens Botsman leveren we ons over en we verwachten dat deskundigen in de echte wereld voor ons in de gaten houden dat ons vertrouwen in de algoritmes niet wordt beschaamd. We stellen als gebruikers niet de goede vragen en zoeken niet naar de juiste informatie om echt te kunnen beoordelen of de eerder genoemde bedrijven ons vertrouwen wel verdienen.

Kunnen we de algoritmes die een steeds grotere rol gaan spelen op tal van gebieden wel vertrouwen, net als de bedrijven die ze ontwikkelen en toepassen? Denk aan zelflerende machines en softwarealgoritmes die voor ons bepalen welke ziekte we hebben, of we een risico voor de maatschappij vormen, of we ons werk goed doen, of we in aanmerking komen voor een zorgverzekering of uitkering, etc.? Hoe weten we of die algoritmes juist en ethisch verantwoord zijn, hoe ze precies werken en dat er niet mee gesjoemeld wordt?

Tegelijkertijd wordt ons vertrouwen online inmiddels al beschaamd. Het democratische proces -kijk naar de Amerikaanse verkiezingen- is gemanipuleerd via sociale media, Airbnb verpest binnensteden, met Bitcoin werd gespeculeerd en witgewassen, mining van cryptogeld kost heel veel energie, taxichauffeurs staakten tegen Uber. En dan merk je dat mensen toch weer een oplossing zoeken bij een vorm van klassiek institutioneel leiderschap.

Generatie Z

Dames en heren, voordat ik u meeneem naar de vraag wat deze ontwikkelingen voor onze sector en voor SRA betekenen, stip ik graag nog één ander aspect aan dat, vanuit divers perspectief, veel van onze aandacht zou moeten krijgen: de millennials en Generatie Z. Onze huidige Young Profs en studenten, die de wereld van voor het internet niet kennen. Degenen die vanuit hun eigen, unieke kijk op de wereld verder invulling zullen geven aan het werken bij een accountantskantoor, aan het maatschappelijke verkeer, en ook onze toekomstige klanten vormen.

Generaties die verwachten dat bedrijven op zo’n manier werken dat die de maatschappij en de planeet ten goede komt. Niet met een laagje MVO-vernis, maar via een holistische, integrale duurzame aanpak. Én het zijn generaties die bovendien een sterk gevoel van sociale rechtvaardigheid hebben en traditionele bedrijven, die zich enkel op winst focussen, wantrouwen.

Dit gezegd hebbende, keer ik terug naar de vraag van Limperg: welke is onder deze omstandigheden de norm van het vertrouwen? Oftewel, hoe kunnen we al deze maatschappelijke en technologische ontwikkelingen relateren aan de perceptie over ons werk in het mkb-segment en de verwachtingen van stakeholders? Wat betekent dat voor de inhoud van onze rol en functie en daarmee voor het vertrouwen c.q. vertrouwensherstel in onze sector? En hoe zorgen we er voor dat de betekenis van ons werk en onze kwaliteitsinspanningen meer zichtbaar worden in het economische verkeer?

Oorspronkelijke functie

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, moeten we naar mijn mening terug naar de wezenlijke, oorspronkelijke kenmerken van ons werk. Ik hoef niemand hier in de zaal te vertellen dat de accountantsfunctie ontstaan is vanwege fraude, het Pincoffs-schandaal. Juist het risico op fraude en faillissement maakte toezicht (let op het woord!: toezicht) op het handelen van de onderneming en op de continuïteit van de onderneming noodzakelijk. De accountant verwierf hiermee als persoon, vanuit zijn professional judgement, de functie van poortwachter binnen het economische c.q. maatschappelijke verkeer.

De mogelijkheid om leiding en eigendom van de onderneming te scheiden, veroorzaakte dat de toezichthoudende rol van de accountant werd uitgebreid met een andere functie: die van controleur. De beperking van aansprakelijkheid -of het gezamenlijk lopen van aansprakelijkheid- binnen het economische verkeer, is immers de grondslag voor controle op verantwoordingen. De vraag of de verantwoording juist (getrouw) is, de controlerende functie, wordt zichtbaar in de verklaring van de accountant bij de jaarrekening.

Toezicht en controle

Beide functies worden nu verenigd in wat we noemen de vertrouwenspersoon in het maatschappelijke verkeer. Opvallend daarbij is dat de invulling van de rol van de vertrouwenspersoon verandert naarmate de omvang van de onderneming toeneemt. In het mkb is het vanzelfsprekend dat de accountant -met de hele organisatie van de gemengde praktijk achter zich- de ondernemer begeleidt in alle fasen van de onderneming. Begeleidt vanuit een toezichthoudende, soms zelfs opvoedende rol op het terrein van wet- en regelgeving, fraude, continuïteit of bijvoorbeeld vanuit duurzaamheidsdoelstellingen. Én begeleidt vanuit zijn controlerende functie: klopt de verantwoording.

Maar veranderen ondernemingen in aard en omvang, dan ontstaat een andere situatie: met de introductie van Raden van Commissarissen en Auditcommissies wijzigt de toezichthoudende taak van de accountant. Kijken we naar het OOB-segment, dan is de controlerende functie daar steeds meer centraal komen te staan. Met de nadruk op die controlerende functie van de accountant én de verklaring, hebben we ons in de perceptie van velen de toezichtfunctie laten ontglippen. Zie hier ook het ontstaan van de maatschappelijke verwachtingskloof en prestatiekloof ten aanzien van ons werk. Meer en beter communiceren over wat wij, ook in het mkb, doen ten aanzien van onze toezichthoudende functie, is de enige route om die kloven te dichten.

Onderscheidend vermogen

Dames en heren, het is in dit kader daarom de hoogste tijd dat wij, SRA-accountantskantoren in het mkb, luid en duidelijk laten horen dat wij die brug tussen toezicht en controle in het mkb wél maken. Dat we luid en duidelijk laten horen dat wij ons onderscheiden en waarin wij ons onderscheiden. Dat we ertoe doen. De combinatie van toezicht en controle die wij uitoefenen op mkb-ondernemingen die samen meer dan 90% van de BV Nederland vormen, maken dat er een hoge mate van betrouwbaarheid in het economische en maatschappelijke verkeer wordt gebracht. En dat is een zeer groot goed.

Vanzelfsprekend worden er fouten gemaakt en kunnen we ons werk continu verbeteren. Dat is zelfs een must. Maar heel veel gaat gewoon goed bij de ruim 45.000 opdrachten die worden uitgevoerd in het wettelijke en vrijwillige controledomein. Waarbij ik de waarde die we toevoegen in de andere domeinen ook wil benadrukken. Het is onze urgente opdracht om dit onderscheidende element zichtbaar en aantoonbaar te maken aan al onze stakeholders. En dat gaan we ook doen.

Maatschappij internaliseren

Zijn we er dan als het gaat om de vertrouwenskloof, de prestatiekloof en het vertrouwensherstel in ons segment? Nee, zo makkelijk gaat dat niet. Wil de maatschappij zich in onze rol en functie kunnen vinden en herkennen, dan zullen wij de maatschappij in onze rol en functie moeten internaliseren. En als we dat gedaan hebben, dan zullen we goed moeten vertellen wat we kunnen en wat we doen en niet zoals in het verleden, uitleggen wat we niet kunnen en niet doen.
Dat betekent dat we onder meer rekening zullen moeten houden met:

a. de gevolgen van technologisering en dataficatie van de maatschappij op het begrip vertrouwen, en

b. het feit dat elementaire beginselen als respect voor de wet, eerlijkheid en openheid nu meer actueel zijn dan vroeger vanwege de moralisering van het publieke leven en een diep gevoeld ethisch deficit.

Wat betekent dat voor ons op de korte termijn?

In de eerste plaats is het van belang dat we als sector en kantoren heel snel aansluiting vinden bij alle technologische ontwikkelingen. Data is het nieuwe goud en vertrouwen de munt van de nieuwe economie. Daar liggen wat mij betreft allerlei kansen om de betekenis en relevantie van ons werk in de maatschappij te vergroten. In dat kader verwijs ik gemakshalve naar de onlangs gehouden afscheidsrede van professor Hans Verkruijsse en naar de inaugurele rede en ‘De Leer van het versterkte vertrouwen’ van professor Joost van Buuren van Nyenrode. Hierbij zij nadrukkelijk aangetekend dat ik vind dat er nog steeds te weinig IT in de opleidingen zit.

Nieuw ethisch Reveil

In de tweede plaats moeten we ervoor zorgen dat we de sociale rechtvaardigheid, de hang naar integriteit en compliance, de roep om duurzaamheid en zorg voor onze planeet, én het ethische tekort in de maatschappij adresseren. Vernieuwing in het beroep is feitelijk een ethische keuze, waarbij we beseffen dat het naleven van wet- en regelgeving meer behelst dan het sec voldoen aan wet- en regelgeving. De maatschappij verlangt gewoonweg meer van ons, professionals. De maatschappij verlangt in dat kader ook meer van ondernemingen. Een ander normbesef. En daar is een match te maken: een ethische of ‘responsible’ compliance. Horizontaal toezicht is daar bijvoorbeeld ook een mooi voorbeeld van, dat overigens in 2019 als concept doorontwikkeld wordt door het Ministerie van Financiën. En ook de nieuwe richting van het SRA-kwaliteitsbeleid staat in dit teken.

In dat kader pleit ik voor een nieuw Ethisch Reveil, waarin een cultuur van duurzaamheid en verantwoord ondernemen centraal staat en gekoppeld is aan dat nieuwe normbesef, een responsible compliance. Vanuit dat nieuwe normbesef zullen we onszelf, -professional, kantoor en sector, beroepsorganisatie en toezichthouder- kritische vragen moeten stellen; ook de vragen die we onszelf tot op heden niet hebben willen stellen.

Ik noem bijvoorbeeld de structuur- of businessmodellen in onze sector, de manier waarop normstelling tot stand komt, of de wijze waarop ons onafhankelijke toezicht nu is ingericht. Toezicht is immers niet alleen het controleren van naleving, maar ook het verspreiden van vertrouwen in het systeem. Onze Verkenning op toezicht die we eerder dit jaar opstelden, is zo’n voorbeeld van kritische vragen stellen. Zo ook zullen we de aangekondigde commissie Toekomst Accountantsberoep vanuit onze ethische verantwoordelijkheden vragen stellen.

Eigen kwaliteit op orde

En in de derde plaats moeten we er voor zorgen dat onze eigen kwaliteit, de kwaliteit van de SRA-kantoren, meer dan op orde is. Daar ligt hoge urgentie. We moeten ervoor zorgen dat de betekenis van ons werk en onze kwaliteitsinspanningen meer zichtbaar worden in het economische verkeer. Zeggen wat we doen, en doen wat we zeggen. Daarvoor doe ik een beroep op u, onze leden. Op uw leiderschap. Het SRA-bestuur heeft nieuwe richting gegeven aan het kwaliteitsbeleid en daarmee aan het SRA-Kwaliteitskeurmerk. We willen niet gaan voor een zes, maar voor een acht. We willen niet alleen voldoen aan wet- en regelgeving maar ook kunnen aantonen dat we continu en op divers vlak bezig zijn met het beheersen, bewaken en borgen van kwaliteit in onze organisatieprocessen. We zullen daarover zo dadelijk nog spreken.

Het is aan u, de SRA-leden, beleidsbepalers en medewerkers samen, om dit kwaliteitsbeleid uit te werken binnen uw eigen organisaties en uit te dragen naar alle stakeholders. Gezien het noodzakelijke vertrouwensherstel en de huidige politieke druk is het de vraag of we daarvoor nog tijd hebben. Hoe dan ook, we zullen als vereniging en als individueel kantoor aan de bak moeten. Gelukkig staat u daar met de backoffice van SRA niet alleen voor. Anticiperend op recente en komende ontwikkelingen gaan we u verder ondersteunen met een gereedschapskist Kwaliteit, bestemd voor de gemengde praktijk.

Geen daad maar gewoonte

Dames en heren, ik kom aan mijn afronding. Naast alle geschetste uitdagingen waarvoor wij staan, vieren wij in 2019 ook 30 jaar SRA. Dat jubileum stellen we graag in het teken van onze leden. Met een cadeau. Tijdens het eerstvolgende bezoek van uw relatiemanager ontvangt elk SRA-lid een voucher, een tegoed aan ondersteuning waarmee u uw kantoororganisatie nog verder kunt professionaliseren. Mocht u bovendien eens persoonlijk van gedachten willen wisselen met een bestuurs- of commissielid binnen SRA: we maken daarvoor graag tijd en komen graag bij u langs.

Terugkijkend naar dit turbulente en uitdagende jaar, bedank ik alle collega’s van het SRA-Bureau, alle betrokkenen bij de vele commissies, klankbord- en branche-expertgroepen, vaktechnische kringen en andere overleggen, de complete Reviewcommissie, de leden van onze Raad van toezicht en mijn medebestuursleden. Ik wil hen en u bedanken voor het vele werk dat is verzet, voor uw steun, soms kritische aanmoediging, inzet en vertrouwen. Ik wens u allen fijne feestdagen en een goede start van 2019. In dat kader bent u van harte welkom op onze Nieuwsjaarsreceptie, 17 januari in Bunnik.

Ik eindig met de woorden van Robert Pirsig en Aristoteles: "Als je het pad van kwaliteit volgt, kunnen er schijnbaar vanuit het niets prachtige inzichten, gedachten en oplossingen ontstaan. Kwaliteit is geen daad, het is een gewoonte." Ik wens u een goede SRA-dag toe.