SKM1
Naslag, cursusaanbod en nieuws
Er wordt een code naar je e-mailadres gestuurd. Om in te loggen vul je deze code in de volgende stap in.
Is jouw kantoor wel lid, maar heb je nog geen account? Klik hier om een account aan te vragen.
Er is een code naar je e-mailadres gestuurd. Om in te loggen, vul je deze hieronder in.
Als de Belastingdienst rechtsherstel heeft geboden in box 3 naar aanleiding van de massaalbezwaarprocedure inzake box 3, kunnen fiscale partners dan nog verzoeken om hun box 3-inkomen anders te verdelen? Rechtbank Den Haag heeft de Hoge Raad hierover vragen gesteld.
Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de forfaitaire box 3-heffing vanaf 2017 in strijd is met het Europees recht. De Hoge Raad bood in die casus rechtsherstel door aan te sluiten bij het werkelijke rendement.
Voor de aanslagen inkomstenbelasting vanaf 2017 liep een massaalbezwaarprocedure. Alle bezwaarschriften die waren aangewezen als massaal bezwaar werden in een collectieve uitspraak op bezwaar op 4 februari 2022 gegrond verklaard. Door de collectieve uitspraak kwamen alle aanslagen onherroepelijk vast te staan. Tegen een dergelijke uitspraak is dan ook geen beroep bij de rechtbank meer mogelijk.
Fiscale partners kunnen onder meer hun box 3-inkomen in de aangifte onderling verdelen. Willen ze deze verdeling later nog wijzigen, dan is dit mogelijk tot het moment waarop de beide aanslagen onherroepelijk vaststaan.
Nu de aanslagen uit de massaalbezwaarprocedure op 4 februari 2022 onherroepelijk vast kwamen te staan, lijkt het wettelijk niet meer mogelijk om de verdeling van het box 3-inkomen na die tijd te wijzigen.
De Belastingdienst stuurde echter ná 4 februari 2022 pas de nieuwe berekeningen van het box 3-inkomen op basis van het rechtsherstel. Naar aanleiding hiervan zou in bepaalde situaties een andere verdeling van het box 3-inkomen optimaler kunnen zijn. De Belastingdienst staat echter een andere verdeling niet meer toe, omdat de aanslagen onherroepelijk vast zijn komen te staan.
Rechtbank Den Haag twijfelt aan het standpunt van de Belastingdienst, onder meer omdat op 4 februari 2022 de rechtsgevolgen van de collectieve uitspraak nog niet vaststonden. De nieuwe berekeningen van het box 3-inkomen werden immers pas ná die tijd door de Belastingdienst aangereikt.
Om zo snel mogelijk definitief duidelijkheid te krijgen, heeft de rechtbank daarom besloten de volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen:
Dit artikel is afkomstig uit de SRA-Nieuwsbank, dé actuele informatiebron voor de klant van het SRA-accountantskantoor. Bent u lid van SRA en heeft u nog geen abonnement op de Nieuwsbank? Vraag bijvoorbeeld geheel vrijblijvend een proefabonnement aan. Kijk hier voor meer informatie.