Thuis in uw branche

Vorming herinvesteringsreserve bij beperkt herinvesteringsvoornemen

Helpdesk Fiscaal

  • Publicatiedatum: 23-4-2024

Een cliënt van ons kantoor heeft een beleggingspand verkocht voor € 9 miljoen.  De (fiscale) boekwaarde bedroeg € 5 miljoen. Cliënt wenst de gerealiseerde boekwinst ad € 4 miljoen toe te voegen aan de herinvesteringsreserve (hierna: HIR). Het voornemen bestaat om te (her)investeren in meerdere beleggingspanden, alle met dezelfde economische functie.

Bij het vormen van een HIR behoeft geen rekening te worden gehouden met de eis dat na afboeking van een HIR op een nieuw bedrijfsmiddel de boekwaarde van dat nieuwe bedrijfsmiddel niet mag dalen beneden de boekwaarde van het vervreemde bedrijfsmiddel (de zgn. boekwaarde-eis).  Echter, in het Besluit van 13 juli 2022 nr. 2022-4487, Staatscourant 2022, 19071, wordt het volgende opgemerkt:

"2.3. Gedeeltelijk gebruik boekwinst
Bij vervreemding van een bedrijfsmiddel kan de boekwinst niet worden gesplitst in een deel waarvoor een HIR wordt gevormd en een deel waarover wordt afgerekend. Volgens de wettekst wordt een HIR gevormd voor het verschil waarmee de ‘opbrengst de boekwaarde overtreft’, dus de totale (netto) boekwinst van het vervreemde bedrijfsmiddel. De HIR blijft in stand ‘indien en zolang het voornemen tot herinvestering van de opbrengst bestaat’ (artikel 3.54, eerste lid).

Als niet het voornemen bestaat de gehele opbrengst te herinvesteren, kan bij een letterlijke interpretatie van artikel 3.54 geen HIR worden gevormd. Als het voornemen bestaat een deel van de opbrengst – voor zover die uitgaat boven de boekwaarde van het vervreemde bedrijfsmiddel – te herinvesteren, brengt een redelijke wetstoepassing met zich dat voor dat deel een HIR mag worden gevormd, dan wel in stand mag worden gelaten. Voor het deel van de boekwinst waarvoor geen voornemen tot herinvestering bestaat dan wel dit voornemen later vervalt, kan dus geen HIR worden gevormd dan wel dient vrijval plaats te vinden."

Dit brengt ons op de volgende vraag. Dient cliënt op het moment van vormen van de HIR een investeringsvoornemen te hebben voor een bedrag van € 9 miljoen of mag dit minder zijn?

Antwoord Vaktechnisch bureau:

Meer informatie alleen toegankelijk voor SRA-leden.   Registreer of Log in.