Thuis in uw branche

Verschillende communicatiekanalen van de Belastingdienst

  • Publicatiedatum: 5-7-2018

Je zal als fiscaal adviseur maar het verwijt krijgen van een klant dat jij niet wist dat, zeg 4 jaar geleden in een oswo-overleg is medegedeeld dat … Of je zal vanwege het niet hebben van een beconnummer, toch info gemist hebben die collega-adviseurs met een beconnummer wel konden achterhalen.

Of jij had op datum 1 naar de website van de Belastingdienst gekeken en toen zag je informatie versie 1, en iemand anders kijkt een week later en zonder dat je het kan achterhalen [geen track changes, zoals op wetten.overheid.nl nu wel als functionaliteit er is], staat er nu informatie versie 2 waardoor er onduidelijkheid, miscommunicatie etc. etc. ontstaat. Herkenbaar?

Voor een adviseur die serieus zijn/haar vak wil uitoefenen, is het bijna schier onmogelijk om deze data-tsunami correct te absorberen. Tijdens het BSO (bestuurlijk overleg tussen becons en management Belastingdienst) op 15 juni jl. is daarom -onder meer- het beleid van de Belastingdienst besproken rond het naar buiten brengen van informatie. De Belastingdienst gebruikt heel veel verschillende kanalen, en de koepels het belangrijk dat duidelijk wordt wat de status is van deze verschillende kanalen. Niet alleen voor hun leden is dit van belang, maar ook voor elke belastingplichtige.

De Belastingdienst communiceert inmiddels op steeds meer verschillende manieren langs verschillende wegen met verschillende doelgroepen en de inhoud van het gecommuniceerde is ook steeds wisselend van aard. Daarbij is het voor de belastingplichtige, maar ook voor diens fiscaal adviseur, inmiddels een kunst op zichzelf aan het worden om volledig “bij” te zijn. Allerlei kanalen moeten in de gaten worden houden en dan nog bestaat het risico dat iets gemist waardoor problemen kunnen ontstaan.

Behalve het wel/niet ontvangen of beschikbaar worden van informatie, is ook belangrijk (maar teveel onduidelijk als je het mij vraagt) wat de "status" van die informatie is, althans in ieder geval naar de mening van degene die de informatie verspreidt. We zien de volgende informatie- en communicatiestromen:

  1. Beleidsbesluiten [duidelijk qua status]
  2. Het CAP schrijft van alles op een website. Echter, het CAP meent dat dit geen standpunten van de belastingdienst zijn. De vraag is dan wat het nut is van die informatie. En waar ligt de grens voor een lezer tussen "standpunt" en "niet-standpunt"? Soms is informatie zo verpakt c.q. opgeschreven dat het misschien toch wel lijkt op een standpunt maar dat een inspecteur desgevraagd toch meent dat dat niet zo is. Als iets geen standpunt is, waarom verspreidt je het dan? Met welk doel? En is kwalificatie van communicatie/ content dan niet opeens heel erg belangrijk?
  3. Handreikingen
  4. Notulen van becon-overleg
  5. Notulen van OSWO-overleg [soms staat software boven de wet zo lijkt het]
  6. Ge-wob-te documenten: wat is daar dan de status van?
  7. Nieuwsbrieven (bijv. loonheffingen)
  8. Intermediairdagen: hetgeen wordt verspreid onder de aanwezige intermediairs, wat is daar de status van?
  9. Forum Fiscaal Dienstverleners: alleen toegankelijk met een beconnummer, maar er staat informatie (geen standpunt dus) die een adviseur misschien toch best belangrijk kan vinden? Wat nu als je adviseur bent maar geen beconnummer hebt, maar toch graag die informatie wil bekijken?
  10. Rapporten (qua status idem “Handreiking”?)
  11. Onderschriften bij niet in cassatie gaan of bij intrekking pro forma cassatieberoep: de Staatssecretaris schrijft dan waarom hij niet in cassatie gaat, is dat dan een standpunt of is dat slechts informatie?
  12. De website van de Belastingdienst: bevat tegenwoordig veel en ook beslist nuttige inhoud, maar wat is de status ervan?
  13. Het Handboek Loonheffingen [hier is via een rechtsregel wel duidelijk wanneer een inhoudingsplichtige zich op de inhoud kan beroepen]

Het is in ieders belang als hier meer duidelijkheid/stroomlijning in komt. In tijden van transparantie is een duidelijker labeling van informatie nodig. Door Jan Zweekhorst van SRA is het voorstel gedaan om een centrale lijst met rangorde op te stellen. Wordt vervolgd.