Thuis in uw branche

NBA en SRA: samen optrekken bij kantoortoetsing

  • Publicatiedatum: 14-11-2016

Uiterlijk 2018 willen de NBA en SRA de bevindingen van hun kwaliteitstoetsingen gezamenlijk presenteren. Deze harmonisatie moet een coherent beeld opleveren van de kwaliteit van de accountancy.

De voorzitters van beide organisaties, Pieter Jongstra (NBA) en Paul Dinkgreve (SRA) bevestigen dat. ''Het is ons streven om de bevindingen van onze toetsingen van de accountantskantoren gezamenlijk te rapporteren'', zegt Jongstra. ''Daardoor kan een beter beeld ontstaan over de sector, vooral bij stakeholders erbuiten, zoals in de politiek en bij de AFM.''  

''Eigenlijk hadden we dit initiatief eerder moeten nemen'', zegt Dinkgreve. ''Er zit geen licht tussen de toetsing door de NBA of door SRA. Maar je bent als organisatie geneigd om primair naar je eigen verantwoordelijkheid te kijken. Wij moeten rekenschap afleggen aan de leden, het sectorbeeld is aan de NBA. Dat je samen ook kan werken aan de gedeelde belangen hierin, is voortschrijdend inzicht.''

Tegengestelde signalen

Dat inzicht is dat geïntegreerd rapporteren over de sector, bijdraagt aan de reputatie van de accountancy. Ook de rechtsgelijkheid is gediend bij éénduidige wijze van toetsen, rapporteren en handhaven. De NBA en SRA toetsen beide afzonderlijk. SRA doet dat bij haar leden, de NBA toetst de overige niet-oob kantoren. Doordat beide afzonderlijk hun bevindingen presenteren, komen er soms tegengestelde signalen over de kwaliteit van de accountancy.  

Zoals bij de presentatie eind september van het jaarverslag 2015 van de Raad van Toezicht van de NBA. Slechts 36 procent van de accountantskantoren met een wettelijke controlevergunning voor niet-beursgenoteerde ondernemingen (niet-oob kantoren) voldoet aan de normen voor de wettelijke controle, aldus het jaarverslag.

Al snel volgde de reactie van de NBA dat de rapportage van de Raad van Toezicht slechts ziet op de door NBA getoetste kantoren. Accountantskantoren die door SRA worden getoetst, vallen niet onder deze rapportage. ''Daar voldoet twee derde aan de vereiste controlekwaliteit'', beaamt Dinkgreve. Om het nog ingewikkelder te maken: bij de samenstelpraktijk en overige domeinen liggen de verhoudingen anders. Daar laten de NBA-kantoren een aanmerkelijke verbetering zien.

Wikken en wegen in de accountancy

Een bont gezelschap van instanties en commissies velt op gezette tijden oordelen over  accountants en accountantskantoren. Hoe werkt dat ook alweer? De bewaking van de controlekwaliteit van accountantskantoren ligt bij de financiële waakhond AFM. Die heeft de toetsing van de kantoren gedeeltelijk uitbesteed aan de NBA en SRA via afzonderlijke convenanten. Het betreft hier uitsluitend de toetsing van niet oob-kantoren met een Wta-vergunning. De toetsing van oob-kantoren gebeurt door de AFM, die het toetsingskader aanreikt.

Door middel van steekproeven van dossiers worden tijdens de toetsing van een kantoor individuele accountants ook getoetst. Bij klachten over individuele accountants kan er tuchtrecht gesproken worden door de Accountantskamer, een gespecialiseerde rechtbank voor de accountancy. Tenslotte is er nog de Monitoring Commissie Accountancy, die recent de aandacht trok met een kritisch oordeel over de effectiviteit van de 53 maatregelen uit het rapport In het Publiek belang. Dat is echter een onderzoekscommissie en geen toezichthouder.

Beider belang

De accountantskantoren zelf begrijpen de verschillen prima, denkt Jongstra. ''Ze weten waar ze bij zijn aangesloten en ze weten ook door wie ze worden getoetst.'' Maar politici, toezichthouders en andere stakeholders hebben meer moeite om de verschillende geluiden te duiden.

''Het is in ons beider belang om het juiste beeld van de sector over het voetlicht te brengen en hiermee alle betrokkenen bij de accountancy goed te informeren'', zegt Jongstra. De voorzitters denken dat een gezamenlijke presentatie op zijn vroegst plaatsvindt in 2018. Het vraagt tijd om de communicatie op elkaar af te stemmen.

Toch is deze eensgezindheid wel eens anders geweest. Bijvoorbeeld in 2013, toen de AFM zich kritisch uitliet over de controlekwaliteit van kleine accountantskantoren die door de NBA werden gecontroleerd. SRA benadrukte toen dat deze uitkomst geen betrekking had op 'SRA-kantoren'. Dinkgreve: "Vanuit onze verantwoordelijkheid naar de leden wilden we daarover duidelijkheid geven.'' Een disclaimer van deze strekking werd verspreid onder de SRA-leden.

Nu, twee jaar later, hebben Dinkgreve en Jongstra er vooral behoefte aan om naast het eigen beeld vooral ook een sectorbeeld te communiceren. ''Beide organisaties toetsen nauwkeurig en deskundig de kwaliteitseisen zoals die zijn vastgelegd in de Wta'', zegt Jongstra. ''We toetsen om te kijken naar de kwaliteit van de accountancy. Daarmee willen we aan het maatschappelijk verkeer laten zien hoe de accountancy functioneert.''

Deurbeleid

Maar waarom zijn de uitkomsten van de respectievelijke toetsingen zo divers als het toetsingskader en de wijze van toetsen identiek zijn? Dat heeft te maken met de omstandigheden waaronder wordt getoetst. SRA toetst uitsluitend eigen leden. Die voldoen bij het verkrijgen van het lidmaatschap al aan bepaalde kwaliteitsnormen. De NBA hanteert geen 'deurbeleid' en toetst alle niet-oob kantoren die niet zijn aangesloten bij SRA.

Daarnaast is SRA al veel langer bezig met toetsen dan de NBA. Al in 2006 sloot de organisatie een convenant met toezichthouder AFM voor het uitvoeren van toetsingen. In 2011 werd dit convenant verlengd. De NBA sloot pas in 2012 een vergelijkbaar convenant met de AFM over de uitvoering van toetsingen.

Een ander verschil is de afwijking in de rapportering. De NBA velt een integraal oordeel over de kwaliteit van een geheel kantoor. SRA oordeelt daarentegen afzonderlijk over de kwaliteit van de controlepraktijk, de kwaliteit van de samenstelpraktijk en de overige dienstverlening zoals fiscaal.

''Tot nu toe gebruiken we dit instrument van de rapportage nog onvoldoende om het vertrouwen van de stakeholder te winnen'', zegt Dinkgreve. ''Een accountant is degene die staat voor wat hij zegt. Vertrouwen is immers de hoeksteen van de economie. Daarom is het belangrijk dat wij komen tot een gezamenlijke en eenduidige uitspraak over de kwaliteit van de accountant.'' Pieter Jongstra: ''Ook ten aanzien van de handhaving is eenduidigheid van groot belang voor onze leden en stakeholders. Hierover gaan we dan ook graag het gesprek aan met de AFM en SRA.''


Meer informatie

Dit artikel is ook verschenen op Accountant.nl