Thuis in uw branche

Stamrecht-bv: wat zijn nu de plannen?

  • Publicatiedatum: 5-11-2013

Diverse media hebben verschillende berichten over de veranderende wetgeving van de stamrecht-bv naar buiten gebracht. Dat schept onduidelijkheid. Op basis van onze aanwezigheid tijdens het wetgevingsoverleg op 4 november jl in de Tweede Kamer, komen we tot onderstaand bericht.


Voorstel Weekers:

Werknemers die nog gebruik willen maken van de constructie waarbij een ontslagvergoeding in een stamrecht-bv wordt gestort, moeten daarvoor hun ontslag uiterlijk 31 december aangezegd krijgen. De ontslaguitkering moet uiterlijk op 30 juni volgend jaar liggen. Weekers schat in dat er zo voldoende tijd is voor mensen die overwegen een stamrecht-bv op te zetten. De fiscaal gunstige stamrecht-bv verdwijnt per 1 januari.

Daarnaast is gebruik van 20% vrij bij afkoop na 1 januari alleen aan de orde als de werkgever voor 15 november 2013 heeft betaald (desnoods op een derde rekening bij de advocaat).

Let wel, volgende week vindt nog plenair overleg plaats waarna nog stemming moet plaatsvinden in zowel de Tweede als Eerste Kamer.


Uit het ongecorrigeerde/conceptverslag van de vergadering:

Essentieel is dat de aard en de omvang van de vrijgestelde stamrechtaanspraken op 31 december 2013 voldoende bepaald of bepaalbaar zijn.
Dat betekent dat voor 1 januari 2014 een stamrechtovereenkomst getekend dient te zijn waaruit blijkt dat de werkgever aan zijn werknemer een aanspraak toekent op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon, die niet later ingaan dan in het jaar waarin de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Uit die overeenkomst dient tevens te blijken dat het bedrag ter financiering van de aanspraak bij een in de wet aangewezen aanbieder wordt ondergebracht.
Ook de ontslagdatum dient op 31 december 2013 vast te staan. Dat betekent echter niet dat de feitelijke ontslagdatum per se al in 2013 gelegen dient te zijn. Het ontslag moet dus wel aangezegd zijn voor 31 december 2013 en binnen korte termijn worden uitgevoerd. Dan vraag je je natuurlijk af wat een korte termijn is. Daarvan is in ieder geval sprake als het gaat om de wettelijke opzegtermijn. Een wettelijke opzegtermijn kan, inclusief de wettelijke verlengingsmogelijkheid, oplopen tot uiterlijk een halfjaar. Dat is dus de redelijke termijn waar ik het zojuist over had. Die wordt gekoppeld aan de wettelijke opzegtermijn.
Aanmelding van het sociaal plan bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is niet van belang, want een stamrechtaanspraak -- dat weet de Kamer uiteraard -- kan immers ook buiten een sociaal plan toegezegd zijn. Dat kan dus niet van doorslaggevende betekenis zijn.
Ik ben van mening dat deze afbakening van de toepassing van de stamrechtvrijstelling voldoende ruimte biedt en dat de voor 2014 toegekende stamrechten met het overgangsrecht op de juiste wijze worden behandeld.
(...)
De voorwaarde voor de 80%-regeling is dat het bedrag voor het stamrecht voor 15 november moet zijn overgemaakt. Deze voorwaarde heb ik erin opgenomen om anticiperend gedrag te beperken.
(...)
Als mensen in 2013 nog een gouden handdruk meekrijgen, kunnen ze ervoor kiezen om deze in één keer te laten uitkeren en deze rondom de middelingsregeling over drie jaar uit te laten smeren. Ze kunnen de zaak ook onderbrengen in een stamrecht-bv, een stamrechtlijfrente of een bankspaarproduct. Dan kunnen ze echter niet meteen per 1 januari volgend jaar profiteren van een belastingkorting om dat stamrecht weer ongedaan te maken. Je kiest dus wel of niet voor dat stamrecht. Deze mensen hebben nog het voordeel dat ze de keuze hebben. Na 1 januari hebben mensen die keuze niet meer.
(...)
Voor de toepassing van de 80%-regeling moet ik een verifieerbare grens aanhouden. Dat is heel simpel. Je kunt heel gemakkelijk meten of geld wel of niet is overgemaakt. Als het geld op 15 november is overgemaakt, dan is het nog een stamrecht dat volgend jaar ook weer kan worden afgebouwd en tegen 80% kan worden afgerekend. Als het geld op 15 november nog niet is overgemaakt, dan komt het stamrecht volgend jaar niet meer in aanmerking voor de 80%-regeling.
Natuurlijk is het niet de bedoeling dat de grens zodanig streng wordt gehanteerd dat mensen worden getroffen in bijvoorbeeld gevallen waarin de werkgever het bedrag wel heeft overgemaakt voor 15 november, maar het pas na de 15de is bijgeschreven op de rekening van de aanbieder of is geparkeerd op een tussenrekening, simpelweg omdat administratieve processen zo lopen. Het gaat erom wanneer de werkgever het geld heeft overgemaakt.
(...)
Ik meen dat wij behoorlijk veel ondervangen met het invullen van de redelijke termijn met de wettelijke opzegtermijn. Ik heb aangegeven dat de wettelijke opzegtermijn vier maanden bedraagt, met een mogelijkheid van verlenging tot zes maanden. Zes maanden na 1 januari volgend jaar betekent 1 juli 2014; ik meen dat wij daarmee behoorlijk veel ondervangen. Als wij toestaan dat sociale plannen die nog veel verder na die datum doorlopen, veel verder daarna tot uitkering komen middels stamrechten, blijven wij de regeling veel te lang met ons meeslepen. Ik meen dat er voldoende tijd is om de zaak aan te passen. Als de ontslagdatum bekend is voor 31 december van dit jaar -- naar ik aanneem, is dat het geval bij de sociale plannen waarover mevrouw Schouten spreekt -- moet het toch geen probleem zijn om er binnen de redelijke termijn zoals ik die net heb uitgelegd, voor te zorgen dat het stamrecht voor 1 juli vervolmaakt wordt, ook al moet het dan wellicht iets naar voren worden geschoven.