Thuis in uw branche

SRA benadrukt specifieke mkb-belangen bij 'Fiscale Agenda' Weekers

  • Publicatiedatum: 18-5-2011

Begin juni discussieert de Tweede Kamercommissie voor Financiën over de Fiscale Agenda van staatssecretaris Weekers. SRA onderschrijft zijn beleidslijn, maar hecht er aan om enkele specifieke elementen voor het mkb-ondernemerschap nog nader te belichten.

Winstbox

Een ondernemersbox met eenvoudige ondernemersfaciliteiten en -zo mogelijk- een laag tarief voor ondernemingswinsten kunnen een stimulans zijn voor de economische bedrijvigheid in Nederland. De voorgestelde lijn lijkt het ondernemerschap te bevorderen. Een dergelijke box leidt bovendien tot een betere aansluiting bij de tarieven zoals die in de vennootschapsbelasting gelden en voorkomt rechtsvormwijzigingen die puur fiscaal geinitieerd zijn. Dit neemt voor een goede oordeelsvorming echter niet weg dat SRA vindt dat de consequenties en implementatie van een winstbox goed onderzocht moeten worden, ook in relatie tot de aanzuigende werking van het ondernemerschap en de verhouding tot diverse aftrekposten zoals de hypotheekrenteaftrek.

Lage omzetbelastingtarief

SRA heeft in het kader van de voorgestelde verhoging van het lage omzetbelastingtarief eerder aandacht gevraagd voor de mogelijke looneisen die daaruit kunnen voortvloeien en die per saldo het arbeidsintensieve nationale bedrijfsleven kunnen raken. Ook valt niet uit te sluiten dat de voorgestelde verhoging juist voor die sectoren nadelig is omdat deze arbeidsintensieve sectoren voor de consument duurder worden.

Stimulering BV Nederland

SRA pleit verder voor een afgewogen set aan beleidsmaatregelen voor ons nationale mkb. SRA ziet het belang van meer hoofdkantoren voor het Nederlandse mkb maar vraagt zich ook af of dit voor het gehele mkb geldt. Ook speelt de vraag in hoeverre de voordelen van die hoofdkantoren wellicht slechts een geografisch beperkt deel van het mkb bereiken. SRA pleit er daarom voor om telkens tot een gedegen afweging te komen tussen op multinationale ondernemingen gerichte stimuleringsmaatregelen én op het mkb of het bedrijfsleven in het geheel gerichte maatregelen. Het is van belang dat wordt gekozen voor juist die maatregelen die uiteindelijk voor de BV Nederland het grootste effect sorteren, én het is van belang dat niet te eenzijdig wordt ingezet op Nederland als vestigingsland voor hoofdkantoren. Hoewel de Fiscale Agenda op dit punt en op dit moment geen reden tot zorg biedt, hechten wij er aan het belang van dit punt te benadrukken.

Integrale regeling renteaftrek Vpb

SRA wijst ook nadrukkelijk op de renteaftrek in de vennootschapsbelasting, die zo spoedig mogelijk een integrale regeling behoeft. De excessieve renteaftrek die ten goede komt aan buitenlandse private equity partijen, en die de Nederlandse heffingsgrondslagen in enkele gevallen sterk uitholt, moet worden aangepakt. De maatregelen die zich daarop richten, dienen zich echter bij voorkeur te beperken tot die excessieve gevallen. De voorgestelde maatregelen in de Fiscale Agenda lijken een bredere werking te hebben en dat achten wij niet wenselijk. Daarnaast vindt SRA dat rentelasten aftrekbaar moeten zijn als de corresponderende rentebate bij de ontvanger in een naar Nederlandse maatstaven redelijke belaste heffingsgrondslag worden opgenomen. Met een dergelijk toetsingskader wordt de nationale overnamepraktijk ontzien; en met het oog op de economische bedrijvigheid is dat van groot belang.

Drempel aftrekbeperkingen moet hoger

SRA onderschrijft de idee van het instellen van een drempel waaronder de eventuele aftrekbeperkingen niet gelden. Deze drempel vinden wij echter te laag, mede gezien de huidige relatief lage rentestand. Een verhoging van de drempel tot bijvoorbeeld € 2 miljoen aan rentelasten lijkt ons in de rede te liggen. Tot slot meent SRA dat in alle gevallen aftrekbeperkingen beperkt moeten blijven tot rentelasten die betrekking hebben op overnames en op situaties waarop thans art. 10a Wet Vpb 1969 ziet. De formulering in de Fiscale Agenda sluit naar ons idee niet uit dat de voorgestelde aftrekbeperkingen ook zien op reguliere bedrijfsfinancieringen voor bijvoorbeeld de aanschaf van bedrijfsmiddelen. Dat zou volgens SRA een ongewenste ontwikkeling zijn.